Na't avondeten zet hij elke dag
twee handen aan zijn leren Audi-stuur.
Zijn hoofd is vol van haast en ongeduur.
Zijn mond vertoont een hemelsbrede lach.
Het dashboardklokje zegt: "Haast zeven uur".
Het woonerf is bijzonder kinderrijk;
daar kan om deze tijd nog niet gezoefd.
En ook iets anders maakt hem diep bedroefd:
door al die drempels in de nieuwbouwwijk
zijn bumpers en chassis wel erg gegroefd.
Zijn reisdoel is de nieuwe vijfbaansweg.
Oorspronkelijk was dat geen racecircuit,
maar nu is er minister Melanie.
De buurtbewoners hebben even pech;
hij dankt haar daaglijks op zijn blote knie.
Het is natuurlijk nog geen Autobahn,
maar toch, hij kan weer rijden voor de lol.
Hij ziet veel BMW’s en Audi’s gaan.
Zo’n vijfbaansweg kan het gemaklijk aan,
al wordt het er inmiddels aardig vol.
Er is maar één ding dat een ieder vreest:
om links of rechts te worden ingehaald.
Geen mens die om een snelheidsboete maalt.
Er wordt hier vrij en onverveerd geracet.
De ene juicht wanneer de ander baalt.
Een Opel met een overwerkforens
doet aan het wedstrijdrijden niet zo mee.
De Audi remt nog, maar een BMW
rijdt bij hem binnen. Een Mercedes Benz
vliegt daar weer op, gevolgd door nog zo’n slee.
Veel aandacht wordt er in de pers besteed
aan deze klap. Het televisie-oog
toont wereldwijd de grote blikken keet:
zo’n tachtig auto’s lang, vijf auto’s breed
en hier en daar ook nog drie auto’s hoog.
Vanaf 1 september 2012 is 130 officieel de maximum snelheid in Nederland, zij het dat die snelheid op een hoop snelwegen slechts van kracht is tussen 19 en 6 uur.
Pas toen dit gedicht gereed was besefte ik dat ik al eerder een gedicht met deze titel had geschreven:
zie www.hetvrijevers.nl/index.php/gedichten2...ls-blomberg/1567-130
of www.hetvrijevers.nl/index.php/component/...06-130?Itemid=0#2906