Dank je wel, Niels! Jij mag vandaag het schoolbord schoonmaken.
Ik had inderdaad, niet te lang om me niet al te veel te laten beïnvloeden, even een paar gedichten van De Schoolmeester gelezen.
Ik vraag me af of dit nu voldoet aan de definitie van knittelvers? Soms was het moeilijk om de zinnen niet toch ritmisch te maken en ze moeten weer wél een beetje lopen, maar dus niet al te goed.
Dat er soms toch wel relevante informatie in zijn gedichten staat, bewijst dit voorbeeld, dat iemand op Lettertempel gaf:
Een pater is een wezen dat een rok draagt
en je met Latijn en Grieks om de oren slaat.
Tegen zo iemand kun je tien maal 'g.v.d' zeggen,
want in de biecht past het om je zonden bloot te leggen,
tien 'g.v.d' gevloekt en twee keer aan een vlecht getrokken
en drie keer met Guus van klas vijf staan knokken.
Het kwaad verdwijnt allemaal in het paters oor
daar geeft hij jouw eerbiedig de zegen voor.
De pater bestaat uit twee helften een slimme en een slome:
hij leeft in de werkelijkheid en in dromen:
de slimme doceert Plato en vertaalt de hele Cicero
de slome heeft het over de os en de ezel en de heilige Bavo.
De pater is een wezen dat ons veel schenkt
zowel ware kennis als datgene wat zijn kerk bedenkt.