Welkom, Gasten
Gebruikersnaam: Wachtwoord: Onthoud mij

Onderwerp: De computer

De computer 25 juli 2012 10:50 #1

  • Katja Bruning
  • Katja Bruning's Profielfoto
  • Offline
  • Moderator
  • Berichten: 1156
  • Ontvangen bedankjes 175
De computer

Een computer is een apparaat
dat zo goed als nergens voor opzij gaat.
Tikt u bijvoorbeeld ‘g.v.d’, dus liet u zich eventjes gaan
dan maakt de wistoets uw blunder dadelijk ongedaan
terwijl als u datzelfde woord maar al te graag had ingeslikt
uw stemorgaan dat van nature en ten enenmale glad vertikt.

U kunt er berichten mee versturen zonder envelop of zegel
dus heeft uw buurman ook een computer dan kunt u in de regel
hem binnen enkele seconden welbespraakt en tactvol laten weten
dat u zich over zijn te harde popmuziek zit op te vreten.
Het laatste dat wij over de computer kunnen zeggen
is dat hij niet in staat is dagelijks een ei voor u te leggen.

Katja Bruning
Laatst bewerkt: 12 okt 2012 14:29 door Katja Bruning.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: De computer (knittelvers) 25 juli 2012 18:46 #2

  • Niels Blomberg
  • Niels Blomberg's Profielfoto
  • Offline
  • Forumgod
  • Schoonschrijver
  • Berichten: 2450
  • Ontvangen bedankjes 1917
Mooi hoor, schooljuf.
Dezelfde nutteloze informatie als bij De Schoolmeester.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: De computer (knittelvers) 26 juli 2012 10:58 #3

  • Katja Bruning
  • Katja Bruning's Profielfoto
  • Offline
  • Moderator
  • Berichten: 1156
  • Ontvangen bedankjes 175
Dank je wel, Niels! Jij mag vandaag het schoolbord schoonmaken.
Ik had inderdaad, niet te lang om me niet al te veel te laten beïnvloeden, even een paar gedichten van De Schoolmeester gelezen.
Ik vraag me af of dit nu voldoet aan de definitie van knittelvers? Soms was het moeilijk om de zinnen niet toch ritmisch te maken en ze moeten weer wél een beetje lopen, maar dus niet al te goed.

Dat er soms toch wel relevante informatie in zijn gedichten staat, bewijst dit voorbeeld, dat iemand op Lettertempel gaf:

Een pater is een wezen dat een rok draagt
en je met Latijn en Grieks om de oren slaat.
Tegen zo iemand kun je tien maal 'g.v.d' zeggen,
want in de biecht past het om je zonden bloot te leggen,
tien 'g.v.d' gevloekt en twee keer aan een vlecht getrokken
en drie keer met Guus van klas vijf staan knokken.

Het kwaad verdwijnt allemaal in het paters oor
daar geeft hij jouw eerbiedig de zegen voor.
De pater bestaat uit twee helften een slimme en een slome:
hij leeft in de werkelijkheid en in dromen:
de slimme doceert Plato en vertaalt de hele Cicero
de slome heeft het over de os en de ezel en de heilige Bavo.

De pater is een wezen dat ons veel schenkt
zowel ware kennis als datgene wat zijn kerk bedenkt.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
Tijd voor maken pagina: 0.138 seconden

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Gerijmel van een ouder iemand

88px W. H. Auden 1956 press photo
Wikimedia Commons
 
 
Gerijmel van een ouder iemand 
                     voor Robert Lederer
 
Aan ’t eind van wat men ‘sixties’ heet
herken ik amper mijn planeet,
de wereld die me geestkracht gaf –
zo hield ik chaos van me af.
 
De gouden tijd naar mijn idee
is al zo’n zestig jaar gelee,
met badkamers riant, royaal
en bidden voor het avondmaal.
 
Het auto- en het vliegverkeer
is efficiënt hoor, maar niks méér;
machinerie waar ik van droom,
die werkt op waterkracht of stoom.
 
De knop moest om: ik ben gezwicht
voor ’t adequaat elektrisch licht,
al koester ik de trappenhuizen
waarin nog vleermuisbranders suizen.
 
Familiespoken uitgedreven
maar niet hun waarden opgegeven:
dat plichtsbesef van protestanten
heeft praktische en mooie kanten.
 
Thuis zong men samen nog van blad,
’t was schande als je schulden had –
contant betaal ik tot mijn dood:
niks op de pof en nooit in ’t rood.
 
’t Vertrouwde kerkboek, goud op snee,
gaat onderhand drie eeuwen mee.
Een frisse preek is goed en wel,
getorn aan liturgie: een hel.
 
Seks was – en zal dat altijd zijn –
het allerlokkendste geheim,
maar de kiosk was toen nog vrij
van blaadjes vol smeerpijperij.
 
Welsprekendheid was kunst; was norm,
gold als beschaafde omgangsvorm.
Een scheet verdraag ik beter dan
vrij vers of zo’n nouveau roman.
 
Ook blijf ik verre van de school
die dweept met mythe en symbool;
wat ik betracht is: literaat zijn
voor lezers die niet van de straat zijn.
 
Als alles mag in elke les,
wie vindt dat onderwijssucces?
Wel wijzer waren de docenten
die mij Latijn en Grieks inprentten.
 
De ‘generatiekloof’ – ocherm,
we doen het maar met deze term –
wiens schuld die is? Van jong én oud
die niet zijn moerstaal onderhoudt.
 
Maar liefde en genegenheid,
die zijn nooit in, of uit de tijd.
’k Heb trouwe vrienden, inderdaad,
met wie ik eet, met wie ik praat.
 
En dan zou ík vervreemd zijn? Kul!
Ik die een nieuwe rol vervul,
nog mijn draai zoek in dit huis,
voel me bij wat echt is thuis.
 
Doggerel by a senior citizen, W.H. Auden (1907-1973)
vertaling: Judy Elfferich
 
Voor de originele tekst, zie bijvoorbeeld hier: