De Nederlandse poëzie stelt niet veel voor. Al jarenlang zijn onze dichters o zo bang... met metrum en typografie en stijlfiguren aan de gang te gaan. Of klink ik nu te wrang? Maar ik ken nu een goede schrijver: ja, leve dikke Ilja Pfeijffer.
Het tij lijkt nu wel wat te keren, voorbij zijn reeds de donk’re dagen, want Pfeijffer schrijft zich vele slagen de rondte in om te proberen met lusten, listen en met lagen de dichters op de kast te jagen. Hij schrijft zo naarstig en zo nijver: ja, leve dikke Ilja Pfeijffer.
En nu is daar zijn dikste boek. Hij gooide dichters in een pan, want koken dat die Pfeijffer kan! Diverse dichters zijn er zoek, als Elsschot, Reve, Eggink, Jan- sen… deed hij zo maar in de ban! Wij roepen dus met alle ijver: ja, leve dikke Ilja Pfeijffer.
De Prins der dichters wil hij worden; De Wijs en Schippers, aan de kant! De beste dichter van het land, de prior aller dichtersorden, is Pfeijffer, en met straffe hand heeft hij die dichters afgebrand. En zelf is hij een echte blijver, ja, leve dikke Ilja Pfeijffer!