Op de lerarenopleiding Nederlands (in Tilburg) geef ik het vak Moderne Letterkunde. Na de 50'ers, 60'ers en die hermetische mikmak moet er uiteraard ook aandacht besteed worden aan light verse. Het leek me leuk om dat eens in quiz-vorm te doen. De studenten maakten tweetallen en hadden beschikking over een laptop of smartphone of tablet. Welk duo het eerst alle vragen goed had, won een prijs. Dit zijn de vragen (maar ga geen antwoord geven hieronder, omdat ik de quiz volgend jaar ook wil gebruiken en misschien zijn er onder jullie wel meer mensen die hem willen gebruiken):
1. Wie heeft in Nederland het ollekebolleke geïntroduceerd?
2. Wat is het metrum van een ollekebolleke?
3. Op welke lettergreep ligt de hoofdklemtoon van het ollekebollekewoord?
4. Wat is het rijmschema van een ollekebolleke?
5. Uit hoeveel lettergrepen bestaat een jambische pentameter?
6. Uit hoeveel lettergrepen bestaat een alexandrijn?
7. Welke Nederlandse dichter heeft een gedicht over een tweede Troje geschreven?
8. Hoe luidt de eerste regel van dat gedicht?
9. Wat is het metrum van een limerick?
10. Wat moet je lezen om het gedicht ‘De kinderen zijn naar hun Bomma’ van Ivo de Wijs compleet te maken?
11. Wat is een meestersonnet?
12. Wat is het onderwerp van het gedicht ‘Wel leuk, zo'n veertienregelig gedichtje’ van Drs.P?
13. Ja, Omsk is een mooie stad, maar…..
14. Hoe is tante Mathilde Karamazov gestorven?
15. Wat voor type woorden zijn ‘volledig’, ‘werklui’, ‘koperdief’, ‘huurkoop’, ‘Waterland’ en ‘housemuziek’?
16. In de bundel IKEA en andere verzen van Frank van Pamelen vinden we ‘gisterenmorgen’, maar hoe dan precies?
17. Hoe vaak wordt de eerste regel herhaald in een achtregelig rondeel?
18. Hoe vaak wordt de tweede regel herhaald in een achtregelig rondeel?
19. Hoeveel rondelen van Anthonis de Roovere kennen we?
20. Wat is oogrijm?
De studenten zijn een half uur bezig geweest voor er een winnaar was.