Welkom, Gasten
Gebruikersnaam: Wachtwoord: Onthoud mij
Scherpe stellingen

Onderwerp: handleiding sonnettenkransenkrans

handleiding sonnettenkransenkrans 26 mei 2018 21:22 #1

  • Bas Jongenelen
  • Bas Jongenelen's Profielfoto
  • Offline
  • Gedreven forumlid
  • Berichten: 106
  • Ontvangen bedankjes 24
Ik ben twee keer medesamensteller geweest van een sonnettenkransenkrans: een keer met Martijn Neggers voor Een kruisweg van alledaags leed en een keer met Hilde van Beek voor vaderlandse geschiedenis. Een sonnettenkransenkrans is een krans van sonnettenkransen; een sonnettenkrans is een krans van sonnetten.

Als je zelf een sonnettenkransenkrans wilt schrijven, dan kan dat natuurlijk. Het is niet heel moeilijk, maar het is best veel werk. Het zijn 211 sonnetten bij elkaar en het rare van sonnetten is dat ze zichzelf niet schrijven. Daar hebben ze ons voor nodig.

Een sonnettenkransenkrans schrijf je in 5 stappen.

Stap 1
Download dit Excell-bestand.

Stap 2
Schrijf het grootmeestersonnet. Dit is het eindsonnet, maar je schrijft het als eerste. Tip: enjambeer niet. Vul de regels van je grootmeestersonnet in in B227-B243. Je ziet dat deze regels ook ingevuld worden in de meestersonnetten van kolom AD.

Stap 3
Schrijf de 14 meestersonnetten. Dat is niet heel moeilijk, want ieder meestersonnet heeft nu al een begin- en eindregel. Per sonnet hoef je dus maar 12 regels daadwerkelijk te schijven. Tip: enjambeer niet. Vul de regels in op de juiste plaatsen in kolom AD.

Stap 4
Van de krans waarvan je het meestersonnet geschreven hebt, worden de 1e en 14e regels ingevuld van de individuele sonnetten. Maak nu ieder sonnet uit de krans af. En dat dus 14 keer. Aardig wat werk.

Stap 5
Kopieer de sonnetten in een tekstverwerkingsprogramma of opmaakprogramma en maak er een boek of poster van.

Klaar.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
Tijd voor maken pagina: 0.171 seconden

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Zeven kikkertjes

kikkertjes
Pianokinderliedjes.nl 
 
Ik fietste van de winter langs een sloot
't Was bitter koud, het water was bevroren
Ik meende nog een zwak gekwaak te horen
Maar nee, ze waren alle zeven dood
Ik kwam te laat, mijn hulp mocht niet meer baten
 
Waar heb ik nou mijn sleutel toch gelaten?