Het leven is net als een groeigedicht.
Je denkt al gauw: ~Dat lap ik hem wel even.~
’t Blijkt toch een zwaar karwei, al lijkt het licht.
Het leven is net als een groeigedicht.
De eerste strofe heeft haast geen gewicht,
die heb je in een oogwenk neergeschreven.
Je denkt al gauw: ~Dat lap ik hem wel even.~
Daarna krijg je per regel minder zicht
op welke wijze je het vorm moet geven.
’t Blijkt toch een zwaar karwei, al lijkt het licht.
Het leven is net als een groeigedicht.
Je doet je best maar raakt nooit echt bedreven,
dat wordt je mettertijd wel ingewreven.
De eerste strofe heeft haast geen gewicht,
die heb je in een oogwenk neergeschreven.
Je denkt al gauw: ~Dat lap ik hem wel even.~
Daarna krijg je per regel minder zicht
op welke wijze je het vorm moet geven.
Een groeigedichtje maken is als leven:
aan ’t einde zie je pas wat is verricht.
’t Blijkt toch een zwaar karwei, al lijkt het licht.