Prins
De prins op het paard zou die ooit nog eens komen
Een knappe, compleet onweerstaanbare knaap?
Ze zwijmelt een wijle en valt dan in slaap
En wordt al meteen in een droom meegenomen
Ze rent door een bos en ontwijkt net de bomen
Want achter haar aan rent een man met een zwaard
Een lelijke engerd, te dik, te behaard
Maar ondubbelzinnig de man van haar dromen