waar was je, Dood, toen ik je nodig had als joch van tien tot God daarboven bad je alstublieft nog deze nacht te sturen een eind te maken aan mijn droeve uren
de hemel, daar zou niets dan vreugde zijn dat wist ik vast, al was ik nog zo klein mijn oudste broer had dat zo vaak gezegd de dag nog voor zijn sterven uitgelegd
en, Dood, waar was je al die zwarte dagen waarop de pijn te groot was voor mijn brein waarop ik echt mijn wanhoop niet kon dragen
en waarom maak je, nu het leven lacht de zon er dag en nacht wel lijkt te zijn zo zonder mededogen op mij jacht?