Een bange gans uit Hollands Diep
verschool zich voor de vogelgriep.
Ze vroeg, behoorlijk overstuur,
asiel aan in een varkensschuur.
‘Tja,’ sprak een zeug, ‘ik vind het best
zolang je niet de varkenspest.’
de zerken staan er keurig in ’t gelid soldaten op gemillimeterd gras de exercitie komt nog goed van pas ook als het lijf de ziel niet meer bezit
hier rusten wat men noemt de Nazi-zwijnen zij werden bij hun moeder weggerukt of haastig uit de schoolbanken geplukt de kronkels van de dood in rechte lijnen
hun noodlot was het om gehaat te worden te sneuvelen als rot kanonnenvlees dat men de duivel opgelucht mocht schenken
die slachtoffers van geestelijk gestoorden naar wie men met de vinger immer wees zal men ze straks op 4 mei ook herdenken?