Ben Hoogland schreef :
Rijk rijm is het herhalen van het zelfde rijmwoord - in betekenis of in klank.
Ben,
Het eerste deel van de zin lijkt me een prima definitie, het deel na het gedachtestreepje kan weg. "in klank" is een overbodige toevoeging: als je een woord herhaalt, dan herhaal je altijd de klank. Of wil je oogrijm uitsluiten: BEdelen/beDelen ?
"Herhaling in betekenis" is iets wat jij juist niet doet; daar blijk je al op jonge leeftijd mee begonnen. Overigens een prachtig gedicht, dat me doet denken aan Descartes' "cogito ergo sum".
Musonius onderscheidt rijk rijm en nulrijm, afhankelijk van de betekenis. Bij nulrijm zijn klank EN betekenis gelijk, bij rijk rijm alleen de klank. Meestal zijn beide varianten onacceptabel, maar met rijk rijm kun je wel een bepaald effect bereiken. Zie de gedichten van Ben en ook het puntdicht van Helder:
www.hetvrijevers.nl/index.php/forum/45-P...11405-bijenwas#11778.
Omdat ik nulrijm in geen enkel naslagwerk kon vinden, heb ik er nog even op gegoogled. Op Wikipedia een artikel over de Mandarijnse lettergreep, maar hier is nulrijm toch echt iets anders.
Meer in de buurt komt
www.noxa.net/forum/79193 . Op dit forum staat een gedicht van nostrabramus, waarvan dit strofe 1 is:
Het is een wiel en het draait/en daarom loop je maar,/zodat je toch een beetje op één plek staat/en omdat je anders valt.
Commentator SenalimSenalim meldt: "het gedicht is inderdaad waardeloos, behalve de eerste strofe, die een vreemd nulrijm heeft". Nulrijm betekent hier dus onvolledig rijm, in dit geval assonantie. Opvallend is verder, dat "een vreemd nulrijm" strekt tot aanbeveling.
De meest interessante vindplaat is
openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handl...heldinnenbrieven.pdf, het proefschrift van Olga van Marion over de Nederlandse vertalingen van Ovidius' Heroides.
Constantijn Huygens dichtte de volgende alexandrijnen:
’T en zij u tijd ontbreeckt; ’t en zij het rouw gerommel,
Hier van een’ schrael trompet, daer van een’ trotser trommel,
Uw’ tent doe daveren, gelijck uws vijands hert;
’T en zij ghij ’t in den drang van dusend kogels herdt,
En, soo voll bloeds als moeds op ’tstadigh menschen-slachten
Uw’ loopgraef en uw lijf legt in des vijands grachten;
Verleeght uw bezigh oogh op ’t droevige pampier
Van Amelie uw Vrouw, en van benautheid schier
Niet meer uw Amelie: staeckt dat gedurigh krijgen,
En laet den bangen Bosch een’ klinck te minder krijgen
Dewijl ick met u spreeck: Wilm, kleine Wilm, en ick
Verdienen ’t uytstell licht van eenen oogenblick,
En soo veel min gevechts. Loïses teere tranen
(Sij staets’ hier bij en schreyt) met kinderlick vermanen
Doen ’tselvighe geweld van mijn’ beswaerde hand:
Wilm, noch eens, kleine Wilm
In de voetnoten staat over krijgen/krijgen (men stoort zich blijkbaar minder aan hert/herdt):
113 [...] In een noot bij de tekst [in een verzamelbundel van 17de-eeuwse poëzie, NB] wordt de herhaling van het rijmwoord krijgen afgekeurd (nulrijm), al is het woord dan in de verschillende betekenissen van oorlog voeren en ontvangen gebruikt
Nulrijm wordt dus gebruikt als synoniem van rijk rijm. Het is interessant, dat het een beetje acceptabel wordt als de beide woorden niet dezelfde betekenis hebben.