Beste mede-forumleden,
In "Neerlandistiek" van 17 juni jl las ik, op vakantie in het prachtige heuvellandschap van Umbrië, aflevering 180 van Marc van Oostendorp's "geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten" : Poly-interpretabel van Drs P.:
Poly-interpretabel
In smakzoen hangen rode etenswaren
En zware honden (koest man!) en sigaren
Na Mao’s knarsen zweeg een hedonist
We zoeken dorstig manna, hè, en snaren
Een ranke non had zwanenroes gemist
Haar Weense kannen zoemen… ’n Drogist
Zwemt in Arosa, Dongen, Sneek en Haren
Hoera, ze kennen Wrongman, een sadist
Shoarma, snoer, Nanking, een zedenwet –
Zo werken grind en thee om ananassen
Ga! Wens een nazihemd en tsarenkroon
(Weer hazendrek, gans, tennis, anemoon!)
Haemorroïden wenken: zang en tassen?
Een heidens werk, zo’n anagramsonnet.
(Drs. P [H.H. Polzer], Het Rijmschap)
Het sonnet noemt van Oostendorp een anagramsonnet. Nu heb ik veel soorten sonnetten gezien, maar het het anagramsonnet zit daar niet bij. Ik kan in de tekst ook geen anagram(men) terug vinden, maar dat ligt ongetwijfeld aan mij.
Kan iemand van jullie mij misschien op weg helpen?