Met o.a. verwijzing naar hetgeen ik heb geplaatst in de subrubriek
“Doe een suggestie” – COLBOL
vraag ik me hier af welke vereisten er gesteld kunnen worden aan –
excusez le mot – de Colbol.
Of liever gezegd : Waarin mag je in de colbol zoal afwijken t.o.v. de
strenge regels van het ‘gewone’ ollekebolleke.

Dit is hetgeen wat er op dit moment bij mij opborrelt :

Omdat je in de ‘colbol’ door de aanwezige afbeelding direct kunt
zien valt wat er zoal speelt mag er dacht ik wat losser worden omgegaan
met de gestelde eisen die o.a. voorschrijven dat je in regel 1
begint met het zogenaamde motto en in dat je in regel 2 het onderwerp
beschrijft.
Ook t.a.v. de vereisten m.b.t. een aantal regels die in het originele
ollekebolle niet over mogen lopen bestaat er in de ‘colbol’ vrijheid.
De overige specifieke kenmerken van het ollekebolleke, zoals het
voorgeschreven metrum van de dactylus en het zeslettergrepige woord
met de hoofdklemtoon op de vierde lettergreep dienen uiteraard strikt
gehandhaafd.

Ik zou niet weten waarom. Juist in deze vorm komt het voorschrift dat de eerste regel een uitroep, motto, verzuchting, kreet of iets dergelijks moet zijn goed tot zijn recht. Het geeft een sterke entree. Het voorschrift van regel twee is al eens opgerekt; was dat eerst een eigennaam, later werd het dat het 'min of meer' het onderwerp moet behelzen en zelfstandig leesbaar moet zijn, dus wel door mag lopen in regel 3 maar beslist niet als enjambement; dit lijkt me al zo ruim en rekkelijk dat iedereen daar wel mee uit de voeten kan.
Over de naam 'colbol' wordt geprutteld en dat lijkt me niet onterecht.Het komt van collage-ollekebolleke , een knip-en plakprocédé waarvan hier geen sprake is.
Het was een paar jaar geleden op onze mooie site even onderwerp en een aantal fraaie werd geproduceerd en de naam colbol werd hierop toegepast.
Het met balloonteksten opleuken van ansichtkaarten is iets heel anders en wordt al jaren hardnekkig gedaan door Paul Ilegems. Nu is het pas doorgedrongen tot de veel trager werkende breinen van de HVV-dichters, omdat Peter Knipmeijer een aantal onweerstaanbaar aanstekelijke maakte en zien we een mooi samenwerkingsverband tussen beeldende kunst en poëzie ontstaan. Hopelijk langdurig. Maar het zijn geen colbols.

De vraag over die colbol is inderdaad gesteld met betrekking op die met balloonteksten
opgeleukde of die van een afbeelding voorziene exemplaren.

Ik was even in de veronderstelling dat het in die laat ik ze maar
even voor het gemak ‘pictobollekes’ noemen een stukje vrijer aan toe mocht
gaan na het zien van o.a. twee recente (komische) exemplaren op de voorpagina.
tw:
Verkiezingsdebat van ene Jaap van den Born met in de (2e) ‘onderwerpregel :
“ Hou toch je kop Wilbers! ” en
Verkiezingsdebat van ene Peter Knipmeijer met in de (2e) ‘onderwerpregel’:
“ Blinkende roeptoeter ”

Wanneer ik de bundel ‘Kijkvoer en Leesgenot’ de aanwezige 'pictobollekes' bekijk zie ik o.a. een exemplaar waarin de motto- onderwerpregels a.h.w. min of meer gewisseld lijken te zijn :

blz. 105 (Michèl de Jong)
regel 1 Meisjes in klederdracht
regel 2 ‘Vind je ’t niet mooi, Olga?

En tevens uit dit boek een 'pictobolleke' dat hier ook eens op de voorpagina verscheen
Het werpt wat betreft de plek van het eigenlijke onderwerp bij mij een frons op.
blz. 71 (Drs. P)
regel 1 Ziet u die mannen hier?
regel 2 Kijk er aandachtig naar!

Maar goed, ‘schijn kan bedriegen, hoor! (regel 2, blz.107, Michèl de Jong)

Tot slot Jaap, vraag ik me wel af waarom die ollekebollekes op de voorpagina
van HVV dan wel ‘colbols’ worden genoemd terwijl ze dat volgens jou dus ook niet zijn.

Nóg een reden om die regel te handhaven: zo kun je zien wat de eerste regel is!
Wat jij de tweede regel noemt in mijn comicobolleke is de eerste en hij laat zich dan tegen de klok in lezen.En als ik die van anderen bekijk zoek ik ook altijd het begin, dat hieraan te herkennen is.
Waarom ik zelf ook colbol zeg op de voorpagina is een vraag die ik mezelf ook al stelde. Het laffe antwoord is; omdat iedereen dat doet.
Er ging pas een belletje bij me rinkelen toen er over de leijkheid van dat woord werd gesproken en alternatieven werden aangedragen, toen viel opeens het kwartje.

Bedankt Jaap. Het is me nu een stuk duidelijker geworden.