Zijn baas denkt eerst dat Job wat fantaseert
uit angst voor boze blikken en verwijten
maar Jobs gehavend goed
en beurse lijf zijn onmiskenbaar feiten
zodat de man een burgerwacht formeert.
 
Het Haelens volk, belust op wraak, ruikt bloed
en loopt te hoop, de opgewonden bende
trekt op door veld en bos;
nu Job de zwarte moordenaar herkende
put zelfs de bangste wezel dapper moed.
 
De slager gaat voorop, een vleeskolos,
met bijl en hakmes oogt hij heel vervaarlijk.
Pal aan zijn linkerzij,
met tang en hamer, loopt de smid, een baarlijk
gedrocht uit Dantes hel, een sluwe vos.
 
De brandweer volgt hen op de tweede rij
de vroedvrouw, fietsenmakersknecht en snijder.
Een voerman op de bok
maakt plaats voor een verlamde astmalijder.
Er loopt zelfs een voormalig KNIL’er bij.
 
Een naaister met haar klant in onderrok
gaat mee, biljarters met hun keu, de bakker
dreigt met zijn ovenpaal
de dorpsgek belt het slapend mijnvolk wakker
dat na de nachtschicht net naar bed vertrok.
 
Twee klerken zwaaien met een staaf van staal
en dertien vrouwen met hun mattenklopper
de kapper gaat hen voor
de zwoele dichter, een lokale topper,
maakt met zijn fluistervriend een hoop kabaal.
 
Als laatste volgt een dronken stukadoor
voorafgegaan door boeren en boerinnen.
De opper mijdt de troep:
hij heeft geen dienst en blijft dus veilig binnen
net als de burgemeester en pastoor.
 
Fragment uit Zwarte Pier.  Zware Pier is een poëtisch geschilderd verhaalgedicht van 1000 verzen, verdeeld over 200 strofen van gebroken quintainen met schakelrijm: abcba, cdedc etc.
 
Frits Criens, stadsdichter van de gemeente Leudal, kreeg als kind de volksvertellingen en anekdotes over het gelijknamige, schilderachtige natuurgebied met de paplepel ingegoten. Het natuurgebied Leudal vormt de achtergrond voor het dramatische levensverhaal van Zwarte Pier die er een korte tijd dood en verderf zaait. Waarheid en verdichtsel zijn in deze duistere figuur verweven tot een ontroerend én huiveringwekkend epos van haast mythische allure. Het gedicht verhaalt over de eeuwige strijd tussen goed en kwaad.
 
Toneelgroep Spot-Licht uit Haelen, gemeente Leudal, heeft Frits Criens gevraagd zijn epos te verwerken in een spektakelstuk dat in 2012 op locatie in het Leudal wordt opgevoerd.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Een P. gestoofd


Op 2 mei 1988 verscheen Drs. P in het programma 'Terugblik 'op de Belgische televisie.
Hugo Matthijsen schreef in de  Humo van 28 april als inleiding onderstaand gedicht (hoofdredacteur Mortier):

 

Een P. gestoofd

Ik zat me in een boekwerk te verdiepen
Waarin een personage iets beleeft
Toen plots de telefoon begon te biepen
Omdat mijn telefoon zo'n bieper heeft.
Wie was het die mij biepend op wou bellen?
Een vrouwelijke fan? Een lekker dier?E
Een kennis die wat roddels kwam vertellen?
O shit, het is gewoon de heer Mortier!

Zijn stem klonk nog wat dieper dan gewoonlijk
Hij stotterde en sprak een beetje hees
Vanwaar die kelderklank ? Ik dacht persoonlijk
Dat dit geluid op doffe wanhoop wees.
En inderdaad, ik had het goed geraden
Ik zei: « Vertel het maar, waar zit je mee? »
Hij snotterde: « Ik wil voor onze bladen
Een stukje over doctorandus P ! »

« Zo'n stukje dat de massa's kan vervoeren
Dat vreugde brengt in ieder lezershart
Dat zelfs een dooie nazi kan ontroeren. »
En snikkend ging hij voort : « Mag voor mijn part
Zo flets zijn als de teksten van Verminnen
Vervelender, bombastischer dan Gilles !
Vol urenlange Kantiaanse zinnen
Een stukje over P is wat ik wil! »

« 't Mag bulken van genante flauwiteiten
Zoals dat geforceerde Schrijfgerief
Waarop ik mijn kanaries steeds laat schijten. »
Die pointe ontging me, dus ik zei : « Wablief ? »
Ik hoorde hem tot mijn verbazing zeggen:
« De ware vogelvriend ververst een kooi
Toch steeds door onderaan een krant te leggen ?
En daarop strooit hij rijnzand en wat hooi! »

« Wat hooi?! » riep ik verbijsterd, « een kanarie
Heeft helemaal geen boodschap aan dat spul.
Gij dierenbeul ! Dit is solide larie
Verveel een ander met die flauwekul. »
Hij mompelde « pardon » en zei krampachtig :
« Ik bid u, alsjeblief zeg toch niet nee. »
Toen was hij zijn emoties niet meer machtig
En schreeuwde : « Maak dat stukje over P ! »

Zijn tranenvloed was nauwelijks te stelpen
Het was alsof ik met een douche sprak
Ik dacht : « Ik moet die arme kerel helpen. »
Terwijl de heer Mortier de lijn verbrak.
Hij schaamde zich natuurlijk voor de tranen
Die één voor één verdwenen in zijn snor.
De macho zou zich nu vast kleintjes wanen
'k Had medelijden met de ouwe Mor !

Ik deed mijn ding en stoof naar de redactie.
Daar vond ik wat nog restte van Mortier.
Het leefde nog! Dus schoot ik maar in actie:
Ik gaf mijn stuk en zei eenvoudig: « Hier! »
De Brok Ellende greep het, diep bewogen
En las de eerste zinnen van mijn stuk.
Zijn levenskracht kwam weer en uit zijn ogen
Ontsprongen warme tranen van geluk.

TERUGBLIK : DRS.
PBRT - TV1
Maandag 2 mei - 21.50 u.