Homo olympicus
Heerlijk die man van me,
Sprak laatst mijn vrouw
Tot een kennis van ons

Hij gaat in bed voor een
Goudenmedaillestunt
Maar komt niet eens
In de buurt van het brons

 

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Vroeger

DICHTER
 
De laan waarin we woonden
had geen eind en geen begin,
en alles wat bestond lag daar
voor altijd tussenin.
 
We kenden elke tegel, alle bomen,
begroeven schatten in de grond.
In eenendertig stappen bij elkaar,
ons zakmes sloot een bloedverbond.
 
Kunnen we nog eens teruggaan,
al is het voor één dag?
Buiten spelen, of met de racebaan,
dat groot zijn eventjes vergeten.
 
En dan blijven voor het eten,
als het van je moeder mag.