Luchtfiets
Ik fiets geen lucht en bak geen sla
En bol geen knik
Ik jou geen jij en veer geen la
Ik lak geen lui en klak geen klik
En lier geen tier
Ik vecht geen bek en tak geen tik
Ik scheer geen gek en fluit geen flier
En bal geen voet
Ik slijp geen straat en waai geen pier
Met taal toch ben ik beregoed:
Ik haspel onvolprezen stoet
Luchtfiets
Tijd voor een nieuwe versvorm: de Luchtfiets.
Luchtfiets is een versvorm waarbij de dichter opzettelijk fouten maakt tegen de vervoeging van Niet scheidbare schijnbaar samengestelde werkwoorden en schijnwerkwoorden
Rinkelrooien, laveren, nachtbraken, kwinkeleren, luchtfietsen: dit soort werkwoorden lijkt samengesteld maar is dat niet. Het vermeende werkwoordelijke deel is een bestaand werkwoord. Het vermeende niet werkwoordelijke deel is niet per se aan een woordsoort gebonden, al is het meestal een naamwoord.
Bij vervoeging mogen deze werkwoorden niet worden gescheiden, vandaar de term Niet scheidbare schijnbaar samengestelde werkwoorden.
Scheidt men deze wekwoorden toch dan levert dat een ongrammaticale constructie op. Doet men dat structureel en bewust in een nonsensvers, dan is er sprake van een Luchtfiets.
Een Luchtfiets moet rijmen, maar gepaard rijm is uit den boze, wat betekent dat een luchtfiets uit minstens drie versregels bestaat. Het aantal versregels is vanaf drie vrij, net als het aantal heffingen per regel en het metrum dat uiteraard consequent moet worden toegepast. Ten slotte dit: een gedicht mag pas de naam Luchtfiets dragen als tweederde van het aantal versregels minstens één fout bevat tegen de onscheidbaarheid van Niet scheidbare schijnbaar samengestelde werkwoorden, (afronden naar boven).