Adam
Pxhere.com
 
De zesde dag zal God een mens creëren
Uit klei, naar Zijn gelijkenis boetseren
Maar Adam blijkt welhaast een aap gelijk
 
Uit puur chagrijn heeft Jahweh heel de nacht
Verwoed aan mens.2 gewerkt, en kijk
Er rijst een hemels wezen uit het slijk
 
Als Schepper heeft Hij Zijn genie bewezen
Met Eva, die bevallig naar Hem lacht
Uitdagend in haar nooit geziene pracht
 
Ze heeft een fijn gelaat, haar huid is glad
Wordt daar door Adam gretig om geprezen
Wiens roede opgewonden is gerezen
 
Uit nijd dat hij iets heeft wat zij graag had
Bedekt ze beider kruis met vijgenblad
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Sonnet 18



Moet ik u meten met een zomerdag?
Dan bent u milder, u houdt beter maat.
De meiwind brengt het tere groen van slag
en stralend zomerweer, het komt en gaat.

Soms brandt het hemels oog alsof het haat,
hoe vaak verduistert iets zijn gouden gloed!
En al wat groeit verschrompelt vroeg of laat,
nog ongesnoeid, alleen omdat het moet.

Uw eigen zomer blijft voor eeuwig mooi,
verliest geen bloei die aan uw wezen kleeft,
noch kan de Dood u claimen als zijn prooi,
omdat de tijd u tijd van leven geeft.

Zo lang er adem is of ogen zien,
zo lang leeft dit, en leeft u voort mitsdien.


Shall I compare thee to a summer's day?
Thou art more lovely and more temperate:
Rough winds do shake the darling buds of May,
And summer's lease hath all too short a date:

Sometime too hot the eye of heaven shines,
And often is his gold complexion dimm'd;
And every fair from fair sometime declines,
By chance, or nature's changing course, untrimm'd;

But thy eternal summer shall not fade
Nor lose possession of that fair thou ow'st;
Nor shall Death brag thou wander'st in his shade,
When in eternal lines to time thou grow'st;

So long as men can breathe or eyes can see,
So long lives this, and this gives life to thee