U kent mijn voorbeeldwaardige gedrag
Als tiener echter had ik rare kuren
Zo stond ik in de tuin op nieuwjaarsdag
Nog stiekem stapels vuurwerk af te vuren

Een helse knal, de schutting stond te fikken
Mijn pa was woest, ik moest het flink bezuren
Hij wilde mij wel op de vingers tikken
Maar ja, die lagen ergens bij de buren
 
Bono
WikimediaCommons
 
 
Dichter01
Pixabay
 
Alweer sonnet! O zoete kwelling.
In plaats van dat men dieper graaft,
is men met huid en haar verslaafd
aan veertien regels van beknelling.
 
Zo raakt de dichter op de helling
waarvan hij naar zijn einde draaft.
Zijn kunst versimpelt en verbraaft
tot keurig rijmende vertelling.
 
Ook dit sonnet loopt alweer soepel,
het rolt en holt gelijk een hoepel,
het doel bereikt het stellig.
 
Zo zit in zijn ivoren koepel
de dichter als een fles janpoepel:
geen ziel, maar wel gezellig.
 
 
Uiteraard wenst Het vrije vers al haar lezers een in alle opzichten prachtig 2025 toe maar op deze dag staan we ook nog even stil bij de op nieuwjaarsdag 2014 overleden schrijver, dichter Herman Pieter de Boer (09-02-1928 – 01-01-2014)
Uit Louter streelzucht, Uitg. Fontein 1982
 
 
 
De mensen zeiden: "Ach, valt vast wel mee
We knallen wat, we hebben immers feest
Een dagje en dan is het weer geweest
Dan heeft de hond ook weer zijn pais en vree"

Maar Fikkie hoorde dat en dacht: no way!
En is al blaffend door de wijk gesjeesd:
"We nemen wraak, weest allen niet bevreesd
Verenigt u bij Nimrod, de bouvier"

De honden luisterden naar Fikkies list
Op elke vuurpot kwam een hondendrol
En alle cobra's werden natgepist

Zo hadden zij dit jaar de grootste lol
En wie er knalde of nog iets liet gillen
Kreeg, hupsakee, een hapje uit zijn billen
 
 
Ik klink, als cultuurpessimist,
bijwijlen wat oud en belegen.
Toch blijft het dispuut onbeslist:
is elke vooruitgang een zegen?
 
U scrolt van de wieg tot de kist,
dat spreekt geen deskundige tegen.
De tijd die uw smartphone verkwist,
moet sterk op uw dagplanning wegen.
 
Voor scholen werd, zonder getwist,
een smartphoneverbanning verkregen.
Noem mij maar een idealist:
ik ben dit, als vader, genegen...
 
 
In Vlaanderen geldt vanaf volgend schooljaar een smartphoneverbod in het basisonderwijs en een groot deel van het middelbaar onderwijs.
 
een houtwormstel uit Valthermond
liep samen in een bouwmarkt rond
de keuze was al snel gemaakt
omdat Noors grenen lekker smaakt
dat klussen werd een grote flop
het hout was onderweg al op
 
 
De dag is grauw, de mensen in mineur
Je ziet ze traag door winkelstraten sjokken
De blik is leeg en het gelaat betrokken
Men aarzelt bij die ene dichte deur
 
Maar binnenkort komt alles voor elkaar
Want Blokker is het Kerstverhaal dit jaar
 
 
Blokker
Wikimedia.Commons
 
Blokker maakt een doorstart
 
 
'Eens kijken wat er in zijn luier zit'
Geschrokken zei Maria: 'Holy Shit'
 
kerstengel
Pixabay
 
Bij ons is het familiekerstdiner,
in menig huis een feestelijk gebeuren,
maar hier ontbreekt het vaak aan pais en vree
en vallen er gewonden te betreuren.
 
Wij zeggen onverbloemd waar het op staat,
dus greep ik naar een Bijbelse methode
en stuurde ter voorkoming van het kwaad
aan elke gast een lijst met tien geboden.
 
‘Gij zult geen aanstoot geven met uw taal,
gij zult niet stiekem onder tafel schoppen,
het feest is niet bedoeld als tribunaal,
gelieve wrokgevoelens te verkroppen.’
 
Al was mijn plan zorgvuldig uitgekiend,
ik had natuurlijk beter moeten weten:
wanneer bij ons de soep wordt opgediend,
wordt deze ijlings net zo heet gegeten.
 
Toen tegen elke regel was gezondigd
heb ik een staakt-het-vieren afgekondigd.
 
 
Een ezel met iets kribbigs in zijn stem
Zei: vliegjes in mijn water doen me niks
Noch zand of haren in mijn havermix
Maar dit gaat hier te ver in Bethlehem
 
Je snapt dat ik van schrik haast door de vloer zak
Er ligt een krijsend kindje in mijn voerbak
 
kribbe 
Copilot
 
Een vogel deed een vredesdaad
Hij zag een grens met prikkeldraad
En floot een lied als stil protest
De zwerm zong mee, een klein orkest
De wind verwaaide het refrein
Het vloog van Oost naar West-Berlijn
 
 
Veertje
Pixabay
 
ik wilde in mijn jeugd geen cowboy spelen
mijn ware voorbeeld was de indiaan
Apache, Cherokee of Mohikaan
een bleekgezicht verknocht aan rituelen

ik was dat blonde jochie in de klas
dat elke hete zomer roodhuid was
 
Poplim ImStillStanding hvv
Copilot
 
Een bij die acteur was uit Deelen
Zei: Hollywood gaat mij vervelen
Mijn werk heeft geen zin
Ik blijf maar stand-in
En mag hier slechts bij-rollen spelen

 

 
De wereld wordt geteisterd door solisten
die zwakken en behoeftigen verdrieten.
We moesten ons al hoeden voor Trumpisten,
wat staat ons nog te wachten van Muskieten?

 

vleeswaren
Wikimedia Commons
 
De Parmaham is schreeuwend duur
Dat komt door varkenspest
Die crisis in de conjunctuur
Wordt steeds meer manifest
Salami, coppa of guanciale,
Is wat ik meestal nam
Maar al wat ik nog kan betalen
Is Lidl-schouderham
 
Zelfredzaamheid wordt nu gepropageerd.
Weet u in noodgevallen wat te doen?
Hebt u nog brandhout en een noodrantsoen
voor als u wekenlang in huis kampeert?
 
Ook mij is deze noodzaak niet ontgaan:
ik kocht een wintervoorraad boeken aan.

 

Een man langs de lijn, hij oogt stram en gebogen
Zijn kleinzoontje geeft weer een pass met gevoel
Een doelpunt. De ouders, gejuich en gejoel
Bij hem heeft een schokje zijn been licht bewogen
 
Zo heeft hij daar alle supporters bedrogen
Want dat hij die knikker liefst zelf had geraakt
En daarmee de winnende goal had gemaakt
Dat zag je alleen aan het kind in zijn ogen

 

cupboard
Wikimedia Commons
 
Jong grut en alle vier ADHD’er,
als ik wil dichten, krijst er wel een uk.
Ik word steeds minder schrijver, meer corveeër,
nooit tien minuten werken aan één stuk.
 
Hoe moet ik omgaan met mijn deadlinejuk?
Ik heb geen heidehut, geen onderzeeër,
ik ben verdorie vader, geen ME’er,
op welke leeftijd worden ze gedweeër?
 
Gedoe in plaats van dichterlijk geluk:
de eerste, tweede, derde, vierde druk.
 
 
Een wolf sprak in de Efteling:
‘Het Sprookjesbos is niet mijn ding.
Men schildert mij daar af als smiecht
die geitenkindertjes bedriegt
en meisjes opvreet voor de lol.
Daar heb ik dus mijn buik van vol!’
 
balladewillemweesje

Haar knappe snoet, de tanden hagelwit.
Haar kersenrode lippen en haar haren.
Haar ogen waar ik in moet blijven staren.
En dan die borsten, ongekend van snit.
 
Haar gulle lach, haar sierlijke gebaren.
Hoe zij beweegt, wat zit zij vol met pit!
Wat nu? O lieve, goede God ik bid
dat U mij tot haar minnaar wilt verklaren.
 
Nu opent zij haar mond, ik hoor haar stem.
Is zij nou schor of zit een stemband klem?
Zij lijkt zo net een oude koffiemolen,
een knarsend wiel, een schuivend vrachtje kolen.
Die aanslag op mijn oren brengt verdriet.
Och Heer, verhoor mijn bede toch maar niet.
 
Uit: De ballade van WIllem Weesje
 
 
Brrief
Freepik
 
“Viriele man, zoekt mooie jonge meid
Voor nu, voor lang, voor ’s nachts en overdag
Geen eendagsvlieg, geen fake, ik ben bereid
Ervoor te gaan. En jij? Mijn gulle lach
Staat wijd en zijd bekend. Ik ben royaal
Geef graag een rondje in de kroeg, mijn borst
Is breed, ik ben gespierd, geen jan modaal
En iemand die zijn leven niet vermorst
Ik hou van reizen, spanning, avontuur
Loop graag romantisch met jou langs het strand
Daarna een goed glas wijn bij knappend vuur
En ’s nachts lig ik het liefste hand in hand”
 
“Dat is hem,” dacht Carina, “blanke pit
Maar ruwe bolster, ruige blonde lokken
Een jonge god uit wilskracht opgetrokken
Een bronzen stem waarin verlangen zit”
 
Zij schreef. Ze spraken af bij café Zwart
Zo kwam zij in contact met Maarten ’t Hart
 
 
Ter nagedachtenis aan Ceess van der Pluijm 12-1-1954 - 14-12-2014
Uit: Elf Geboden, Uitg. Liverse 2004
Ondertussen feliciteert de redactie van Het vrije vers Maarten ‘’t Hart
met de toewijzing van de P.C. Hooft-prijs 2025

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Een onbekende vertaling van The Raven 2

 

[youtube]cLSmhpwLdEQ[/youtube]

 

 

Gelukkig is er ook nog Bob den Uyl (1930-1992), schrijver van geweldige verhalen die je niet vaak genoeg kunt herlezen, die in 1983 een boekje publiceerde: Hoe En Waarom  Edgar Allan Poe ‘The Raven’ Schreef.
Jammer is dan weer wel, dat hij dit schreef op een zaterdagmiddag, vlak voor de kroeg openging, dus in merkbare haast en slordigheid. Hij gooit er wel een erudiet klinkende verhandeling tegenaan over poëts maudit, maar dat is kul en zonder blikken of blozen beweert hij dat er, toen hij dit schreef, twee vertalingen bestonden van ‘The Raven’; één van John F. Malta uit 1887 en een van Gerard den Brabander, in 1944 gepubliceerd in een illegaal blad en waaraan hij dan een eigen vertaling toevoegt.
Ook voegt hij een vertaling bij van The Philosophy of Composition, dat hij om duistere redenen als oorspronkelijke titel How I wrote The Raven meegeeft, wat vaak abusievelijk nog steeds zo aangehaald wordt.
In elk geval blijkt hij de eerste vertaling van Jacob van Lennep niet eens te kennen (wel weet hij te melden dat er nog een vertaling van M.L. Huizenga heeft bestaan die verdwenen is, waarschijnlijk verdonkeremaand door Den Brabander, die redacteur was van het blad waar Huizenga zijn vertaling heen stuurde en waarin Den Brabander zijn eigen versie plaatste). 
Een grondig onderzoek, samen met René van Slooten, in de Koninklijke Bibliotheek had ze beiden kunnen leren dat daar in elk geval nog een onuitgegeven manuscript van Herman Jan Robbers (1868-1937) ligt met een vertaling van ‘The Raven’ en ook het bestaan van een vertaling in een pamflet van Gerrit Berend Kuitert (1855-1927)  uit 1899 was dan vast niet aan hun aandacht ontsnapt.
Eens kijken, dat brengt het totaal tot nu toe al op vijf.
En omdat de tijd niet stil staat zijn daar inmiddels nog een aantal bijgekomen.

Lees meer...