Voor mij ligt Door de wolf geverfd, de nieuwe, licht verteerbare bundel van de bekende dichter, liedschrijver, componist en zanger Rikkert Zuiderveld (1947). Een prachtige, door Ark Media uitgegeven hardcover is het, geïllustreerd door niemand minder dan kunstenaar Marius van Dokkum. Op de cover prijkt een wolf die de vacht van een schaap met kleur bespuit. De wolf fluit, het schaap bloost en heeft een glimlach op zijn snuit. ‘Door de wolf geverfd’ is natuurlijk afgeleid van de uitdrukking ‘door de wol geverfd’, dat als predicaat aangeeft dat iemand ergens zeer bedreven in is. Dat kan zowel in positieve als in negatieve zin zijn. Bij een wolf kunnen we denken aan enerzijds de kracht en jachtvaardigheid, anderzijds de roofzucht. Het getekende schaap ziet er overigens geenszins schaapachtig dom uit, eerder geamuseerd…
Het boek herbergt ruim 400 humoristische, zesregelige diergedichten. Ze lijken op ‘trijntje fops’, de dierverzen die Kees Stip in de jaren 50 onder zijn pseudoniem Trijntje Fop introduceerde. Ruim vijftig ludieke illustraties in zwart-wit verluchtigen Door de wolf geverfd. De verzen zijn onderverdeeld in vijf hoofdstukken, waarvan de eerste twee, getiteld Van rococo tot roekoekoe en De karaokedil, in 2005 resp. 2006 als afzonderlijke bundels bij Uitgeverij Mozaïek verschenen. Binnen de hoofdstukken is het beestenspul op dierennaam gealfabetiseerd. Plezierig vind ik dat de bundel een inhoudsopgave met alle bezongen dieren heeft.
Het valt mij op dat Rikkert de verzen consequent ‘diergedichten’ noemt en geen ‘fops’ of ‘trijntje fops’, terwijl de globale vorm (tetrameter, gepaard eindrijm, plaatsnaam in het begin en pointe aan het eind) identiek is. De ‘Stipte’ versvorm is in de regel jambisch. Zuiderveld gaat aan de ene kant vrijer met de vorm van eigen diergedichten om – de bundel bevat ook trocheïsche exemplaren – anderzijds beperkt hij zich steeds tot sextetten, terwijl de verzen van Kees Stip variëren van (meen ik) twee tot zelfs achttien regels. Ook aan zijn ollekebollekes geeft Rikkert trouwens een eigen, Zuiderveldse touch door omissie van de witregel.
Uit het derde hoofdstuk komt het trocheïsche gedicht HAASJES, dieren die hier menselijke trekjes krijgen, het omgekeerde van Plautus Homo homini lupus est: de mens is een wolf voor de mens.
‘Blijkbaar hebben heel wat haasjes
niet veel op met vakgarages,’
klaagt een haas in Villefranche,
‘want in plaats van onze branche
financieel te ondersteunen
gaan de meeste hazen beunen.’
Het humoristische effect berust in veel verzen op toevoeging of weglating van slechts één letter, waardoor nieuwe samenhangen ontstaan alsook grappige neologismen. In de bundel kom ik schitterende trouvailles tegen als: rauwverwerking, deprimeerkoet, folklorebrood, volksverkakkerlakkerij, dodododelijk, vogeltrekharmonica en alligarollator!
Gebonden dichters houden niet van vulwoorden, woorden die redundant zijn en uitsluitend gebruikt worden om het metrum kloppend te krijgen. Zuiderveld is ook niet van de stoplappen, maar soms bezondigt hij zich daar toch aan:
LAPJESKAT
Een lapjeskat in Overschie
met veel talent voor poëzie
schrijft aan zijn lezertjespubliek
‘Het moeilijkst vind ik de metriek,
vandaar dat ik mijn werk vaak oplap
met een ja soms toch wel stoplap.’
Door de wolf geverfd blaakt van geestige diergedichten. Zuiderveld schrijft met ‘vakkundigheid, vaart en vrolijkheid’, zo lees ik in de inleiding. De diergedichten verraden inderdaad taalkunst en dichtplezier; ze zijn intuïtief geschreven. Niet alleen is de bundel aangenaam om te lezen, maar deze inspireert en stimuleert tegelijk tot creatief denken, een niet te onderschatten vermogen in ons dagelijks leven.
Door het toegankelijke taalgebruik is de bundel voor een breed publiek geschikt. De gelaagdheid zit hem vooral in Zuidervelds vermogen de menselijke eigenaardigheden en onhebbeliijkheden in diergedichten vast te leggen en zo op luchtige en vermakelijke wijze het menselijk gedrag te becommentariëren en ridiculiseren.
In het vierde hoofdstuk staat HAZELMUIS:
Een hazelmuis in Bazel hing
verslaafd voor de tv, welk ding
zozeer zijn muizenaandacht had
dat hij totaal niet sliep of at.
Zo stierf de arme hazelmuis
gekluisterd aan de bazelbuis.
Tot slot van deze recensie het welsprekende diergedicht SCHAAP, waaraan de bundel zijn titel ontleent.
Er loopt een schaap in wolfskledij
ontspannen op de Drentse hei.
Het diertje dat, aldus vermomd,
met grote zekerheid voorkomt
dat het door wolventanden sterft,
is blijkbaar door de wolf geverfd.
Hoewel de presentatie pas in september plaatsvindt en wel in het Marius van Dokkum Museum te Harderwijk, is deze musthave nu al verkrijgbaar, als hardcover en als e-boek!
Rikkert Zuiderveld: Door de wolf geverfd
Ark Media (2024), 208 pagina’s
IBAN 9789033804373
E-book € 14,38, Hardcover € 22,99