Dekzwabber is hij op een haringbuis.
Het zeegat uit, op zeven zeeën varen,
(er waren nog geen leerplichtambtenaren
of gelijksoortig officieel gespuis).
Geleid door Poolster, God en Zuiderkruis
kiest hij het ruime sop, de woeste baren:
wat Spaanse matten voor het land vergaren
en rijk beladen met de boot naar huis.
Zijn leven lang blijft hij de Staten trouw,
maar zal dat nog verschrikkelijk bezuren
in strijd met een Oostender kapervloot.
Hij stuurt verkeerd en brengt zichzelf in ’t nauw.
De admiraal belandt tussen twee vuren,
hetgeen tenslotte uitmondt in zijn dood.