Het lege blad kijkt mij verwijtend aan,
verlangend dat ik haar mijn woord zal geven,
zoals ik in mijn hele schrijversleven
ook bij haar vele zussen heb gedaan.
 
De tijd verglijdt, ik heb nog niets geschreven.
Ik zit nu vast, dat is haar niet ontgaan.
Wat ziet zij bleek, er moet dus iets ontstaan.
Zij vreest een loos en ongetekend sneven.
 
Ik kijk haar nog eens in haar blank gelaat
en denk: het kan niet dat ik haar zo schaad
en kwets door haar mijn woorden te ontzeggen.
Geen enkel vel valt zoiets uit te leggen.
Ik schrijf en schrijf en ook al is het klad,
zij blijft alsnog geen onbeschreven blad.
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Aangewaaid (een schakelflorette)

Het regende, de wind was west
Je mooie kleding was verpest
Ik opende voor jou mijn poort
Je kreeg mijn warmste welkomstwoord en warmste vest

Toen werd het koud, de wind was noord
Dus bleef je in mijn toevluchtsoord
Het heeft gehageld en gehoosd
We hebben aangenaam verpoosd, heel ongestoord

Het bleef maar koud, de wind was oost
Je zei iets liefs, ik heb gebloosd
De kou bracht bloemen op de ruit
We hebben bij het stormgeluid geminnekoosd

Nu wordt het warm, de wind is zuid
Je wordt gelokt door blij gefluit
Je hebt bij mij geen huisarrest
Dus kom, verlaat ons warme nest, kom, vlieg eruit