Je bent een werkbij, zoemen mijn gedachten.
Een poets- en wasvrouw, en een keukenmeid
die nooit eens opvalt door afwezigheid,
want ja, het vele werk dat kan niet wachten

Bij mij is altijd alles fris en schoon.
Manlief zal dat met blij gemoed beamen.
Mooi Truus, maar doe je morgen weer de ramen,
die regen he, zegt hij vanaf zijn troon.

In mijn gedachten spookt nu een godin.
Och dame, zegt ze, het is toch een schande,
kijk eens naar uw gekloofde ruwe handen.
Zeg géén oké, u bent toch geen slavin.

Want zij die met de speer vertrouwd was, Truus;
Zij droeg jouw naam en maakte nooit excuus.



Bout-Rimé op het Schoonmaaksonnet van Inge Boulonois

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Ter nagedachtenis aan Driek van Wissen

Je liet ons zien hoe mooi de taal kan zijn
Door haar met liefde en respect te zingen
Of haar met zachte vakmanshand te dwingen
Dat jij er niet meer bent, Driek, doet ons pijn

Als dichter ben je nu weer druk geprezen
Je werk wordt echter eeuwig stuk gelezen