Toch zeker al centennia geleden
Leek onze aarde op een sprookjeswoud
Men was nog niet op zoek naar klatergoud
En leefde lustig in die hof van Eden
De man werd door de vrouw nog hoog geacht
Hij was voor haar de krijger en de jager
De paringspartner en trofeeëndrager
De held en hoeder van hun nageslacht
Men wist van links noch rechts noch van me too
Maar groeide in een grenzeloze zoo