ze ziet zichzelf weer in de schouwburg op vaders arm, de drukte, het geroezemoes weer thuis strijkt moeder stil wat kleren één koffer maar, alleen voor haar?
wij komen later schat, toe ga nu maar
ze had gewacht op later, bleef alleen en wist niet beter dan
dat het ooit voorbij zou gaan
hij ziet zichzelf weer in de lange rij een jochie nog, en hoort weer elk woord dat zijn vader zei toe jongen, smeer ‘m als je kan, doe ‘t voor mij
ik zie je later, toe ga nu maar
hij had gewacht op later, bleef alleen en wist niet beter dan
dat het ooit voorbij zou gaan
nu, zoveel jaren later brandt nog steeds de pijn van het verlaten zijn de loden lucht draagt maan noch ster alleen het donker fluistert
Het Vlaams gebroed komt woest zijn schip bestormen
Hij blijft getrouw aan Hollands wet en normen:
De vlam in ’t kruit en ’t zooitje naar de pieren!
Blijf uit zijn buurt: het is zijn heldenmoed
Die jou en vele massa’s sterven doet
Dit tweelinggedicht werd ingestuurd door Guus Suerbier, die meldt dat deze vorm bestaat uit twee coupletten van vijf regels in vrij metrum, maar met vrouwelijk rijm en het rijmschema aabba (2 maal) en twee rechtsgeplaatste distichons die commentaar leveren op de coupletten en tevens als zelfstandig moralistisch kwatrijn gelezen moeten kunnen worden, met het rijmschema aabb in mannelijk rijm.