Het was bij hem niet nodig om te gissen
Naar wat hij had bedoeld met een gedicht,
Je vroeg je ook niet af wat hij wellicht
Verstopt had achter woordbetekenissen.

Een metrum, rijm, voor velen hindernissen,
Zag hij juist als een doel, een soort van plicht.
Met vaste vorm hield hij zijn verzen licht
En wist zo onze blik vaak te verfrissen.

De dood, waar iedereen een keer voor zwicht,
Die over onze levens kan beslissen,
Heeft plotseling zijn blik op hem gericht.

Helaas, we zullen hem nu moeten missen
En ook die strik en zijn bebaard gezicht
Maar niet de poëzie van Driek van Wissen.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Vergankelijk






Als schemerlicht het raam verduistert 
hef ik het glas en weet mij even 
door zoete eenzaamheid omgeven 
terwijl mijn stem je naam weer fluistert.
 
De maan werpt kilte door het glas;
Ik pook de haard op en de vonken
verstuiven tot zij, weer verzonken
versmelten in de rode as.

En al de jaren die vergleden,
de levens en de lijdensduur;
zij vallen samen in het vuur
als was het een moment geleden.

(Uit: De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag, )