De zelfbenoemde poëzie-elite
Vond hem als dichter maar van laag allooi
Zijn rijmkunst, in haar ogen, was geklooi
Waarop zij van haar toren uit kon schieten.

Ik denk niet dat het hem echt kon verdrieten
Dat men hem in die toren zag als prooi.
Hij deed naar die eliteplek geen gooi
En ging er ook het liefst niet op visite.

Hij kon van strakke vormen juist genieten
En wilde zijn gedachten in de plooi
Van sonnettettes en sonnetten gieten

Ik houd voor hem een welgemeend pleidooi
Want hij behoorde tot mijn favorieten.
Ik vind zijn verzen ‘Onverwoestbaar mooi’.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Bij de dood van The Iron Lady




Al spoot ze liters haarlak in haar haren
En dacht men zelfs dat zij van ijzer was,
Al wist ze met haar mond in een grimas
Als eerste vrouw haar eigen koers te varen

Al was ze nogal machtig vele jaren
En sloeg ze vakbondsleiders met haar tas,
Al hief ze met vriend Reagan graag het glas
En wou ze communisme dood verklaren

Ze wist dat ijzer eens gaat oxideren,
Ze wist dat haar toch op den duur vergrijst
En dat dit met geen haarlak valt te keren

Ze wist dat roem zijn tol een keertje eist
En niemand op vervlogen roem kan teren,
Ze wist dat niemand uit zijn as herrijst.