Een dichter laat de woorden dansen,
een dichter ziet wat jij niet ziet,
een dichter hoort in leed een lied
en ritme in gemiste kansen.
Een dichter proeft hoe klanken smaken,
een dichter is verslaafd aan taal,
het dichten is zijn diepste kwaal
en niemand kan hem beter maken.
Een dichter denkt in metaforen:
de liefde is een lome dans,
de dood een droom, een soort van trance,
een knipoog die je niet kunt horen
Een dichter lijkt zowat te zweven
hij kijkt met net die and’re blik
-daar zijn de mensen, hier ben ik-
hij leidt een iets intenser leven.
Dit is het inleidende gedicht uit de overmorgen te verschijnen bundel met lichte verzen Licht werk dat samen met Het leven van A tot Z zal verschijnen.