Was ik de burgemeester van Bernheze
Dan ging ik bij mijn burgers op bezoek.
Ook zou ik al hun boze brieven lezen
En slikte hun kritiek voor zoete koek.

Ik zou in Heeswijk, Heesch en Nistelrode
In Dinther, Loosbroek, zelfs in Vorstenbosch
Me buigen over al mijn burgers noden
En hen beschermen tegen buurman Oss.

Wat zou ik mijn gemeente krachtig leiden:
Men zou mij zien als een verlicht despoot
Die elke vorm van onrecht zou bestrijden
Zodat het woongenot hier werd vergroot.

Gelukkig ben ik slechts Bernhezer dichter
Derhalve is mijn taak aanzienlijk lichter


(Uit de nieuwe bundel Mooi van...)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Nooit zal zijn nog nieuw begin (Bout-rimé)




Ik heb mij laatst bij Hang Kok Nin bevonden
Het eten was een soort van allerlei
Met smaken die ik nimmer zou doorgronden
En gure geuren kwamen naderbij

Het eten zag eruit als was’t eencellig
En wat het verder was bevreemdde mij
Het leek me zeer, maar dat niet al te stellig,
Op afval uit de meubeldraaierij

Men zei me dat ik mijn kritiek herhaalde
“ Ik hield niet van zijn soep, ook niet gebonden,”
Iets waar Hang Nin natuurlijk niet om maalde
Maar van die soep werd ik niet opgewonden

Men roemt het eten in de zaak van Hang Kok Nin
Mij viel ‘t niet mee, zei ik al in ‘t begin


Dit is een bout-rimé (gedicht met dezelfde rijmwoorden) op dit gedicht van Ditmar Bakker:

Lees meer...