TJIBBE

Hij is gegarandeerd de Frieste aller Friezen.
Hij heeft een hoog ontwikkeld heitelandsgevoel,
met de Elfstedentocht als enig levensdoel
en als die komt, wil hij die zeker niet verliezen.
Dus traint hij dagelijks en schaatst zijn vele baantjes,
vermijdt met zorg wat slecht en overbodig is
en eet en drinkt nauwkeurig dat wat nodig is:
het roggebrood van mem en melk en veel banaantjes.

Haast elke nacht droomt hij van Sneek en IJlst en Sloten
en van het laatste rechte stuk na Bartlehiem,
met zijn publiek als kloppend hart onder de riem
en in zijn droom wint hij als grootste aller groten.


En hoort hij rond hem droge hoest en natte niezen,
dan kijkt hij stil doch opgefokt naar het journaal
in grote spanning wachtend op het weerverhaal;
gaat het nu eindelijk een keer voldoende vriezen?
Want onze Tjibbe kent maar één zaak in het leven:
(misschien een klein gevolg van een familiekwaal),
hij wacht in sterk verlangen op maar één signaal
dat eindelijk weerklinkt in Friesland: it sil heve!

En Tjibbe rijdt gezwind van Sneek naar IJlst naar Sloten.
Men juicht hem luide toe met frisse Friese stem.
Hij eet zijn roggebroodjes, ingepakt door mem
en Tjibbe wint! Hij is de grootste aller groten.


De Bonkevaart, tv, de finish, al die mensen,
het hele Friese leven draait alleen om hem.
Hij krijgt een kus van Máxima en ook van mem,
nee, onze held weet niet wat hij zich meer kan wensen.
De burgemeester komt hem plechtig onderscheiden,
het volk gaat uit zijn dak en juicht hem luide toe
en Tjibbe neemt dan het besluit, al is hij moe,
om voor zijn volk een ereronde te gaan rijden.

Maar, Tjibbe rijdt na Sneek per ongeluk naar Roden.
Het duister en vermoeidheid slaan nu moordend toe.
Hij struikelt, valt en sterft heel eenzaam naast een koe
en zo wordt Tjibbe dan de doodste aller doden.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Liefde is...

ww
Foto: WikimediaCommons
 
Ze neemt me regelmatig mee naar buiten
Ze gaat me voor en houdt me op de been
En doet een nieuwe wereld voor me open
 
Soms hoor ik vreemde mannen naar haar fluiten
Maar ik weet zeker: zij kiest mij alleen
Al weet ik niet waar ik dat aan verdien
 
Ze geeft me meer dan ik had durven hopen
Soms aarzel ik, maar zij is niet te stuiten
Haar blonde krullen dansen om haar heen
 
Het is een feest als wij daar samen lopen
Wat zou ik graag de schoonheid ervan zien
Ik hoop dat ik die liefde ooit doorgrond
 
Maar dat is wel wat veel gevraagd misschien
Ze is tenslotte mijn geleidehond
 
 
Dit gedicht was goed voor de vijfde plaats van de Willem Wilmink Dichtwedstrijd 2020