Grote verwondering!
Blik op de Raadhuisstraat
Beter gezegd, juist
Absentie van blik
Al het verkeer is uit
Felicitatiedrang
Naar P’s verjaardagsfeest
(Zeer tot diens schrik)


Men hoonde vader vals als Mensenkweker
En moeder op zijn plat als Baarmachien
Men vond hen maar konijnen, dat is zeker
Ik ben de trotse nummer zeventien
Er komen na mij nog vier lieve zussen
Ons Lieke, Liesje, Loesje en Francien
De doodgeboren Frans zat daar nog tussen
We stonden aan zijn grafje, samen sterk:
Zo'n groot gezin heeft haast uitsluitend plussen
Nu hoorde ik de paus recent verklaren:
De mens is geen konijn, stel paal en perk
Aan nageslacht. Dus daarmee zegt de kerk
Dat mijn verwekkers wel konijnen waren