Ik zie de wilde vogels huiswaarts keren,
verlangend naar het einde van hun vlucht.
Hun V trekt fier door frisse najaarslucht,
het zachte avondrood op witte veren.

De aardse strijd kan hen niet langer deren;
ze reizen, onverstoorbaar, onbeducht,
hoog boven ieder dorpje, elk gehucht,
om in hun verre haven aan te meren.

En onverwacht ben ik niet langer bang
want ik ontwaar een onmiskenbaar spoor;
het voert voorbij de dood en wenkt al lang.
Het fluistert, zachtjes troostend, in mijn oor:
“Wees niet verdrietig om de laatste gang,
de reis gaat immers na het heengaan door!”

(In september 2014 geschreven onder pseudoniem Hanneke van Almelo)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

4 Staatslieden: Troelstra (1860 - 1930)

Zijn vrouw strijdt tegen hem een zware strijd.
Als echtgenoot is hij een potentaat
die vrouwen ziet als koffieautomaat
maar wel op zondag de rollade snijdt.

Die kamerbreed om recht voor allen pleit,
(wat hij z’n vrouw in wanhoop wensen laat)
en voor de macht van ’t proletariaat
als onafwendbaar socialistisch feit.

Met: ”Heren, ‘t stelsel is vermolmd en rot”,
roept hij in ’t parlement de opstand uit.
Dat loopt hoog op. De spanning is te snijden.

Helaas, de staatsgreep is een zwaktebod
omdat hij in z’n stappenplan niet duidt
hoe je, wie al bevrijd is, moet bevrijden.