Vrouwen vallen niet voor dichters
Want die zijn hen te verbaal
En die blijken vaak ontwrichters
Van de klare liefdestaal

Mannelijke dichters jokken
Met poëtisch gejongleer
Om de meiden te verlokken
Tot banaal geslachtsverkeer

Geef mij dan maar dichteressen
Want die zijn bijna sacraal
Zoals tempelpriesteressen
En misbruiken nooit de taal

Om hun driften te vermommen
Of hun geilheid kond te doen
Middels vals verheven trommen;
Neen, zij houden hun fatsoen

Zulke dichteressen min ik
Meer dan welke dichter ook –
Lezer,  stop nou dat gegrinnik,
Of ik raak nog van de kook! -

Jammer, maar met zulke liefde
Stond ik meermaals in de kou,
Wat mij uitermate griefde,
Maar ik ben dan ook een vrouw.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Anekdote



Zat onze Schepper indertijd te slapen
Of had de brave borst misschien geblowd
De dag dat hij de fauna heeft geschapen?

Het resultaat, vaak in de zoo geshowd
Lijkt aan het brein van Bosch (Jeroen) ontsproten
En bracht al menig beest in grote nood

Daarover ken ik heel wat anekdoten
En één daarvan leest u in dit gedicht:
Ik ben er bij mijn studie op gestoten

De olifant sprak eens met veel gewicht:
Wie draagt nou tieten op de rug, wat stom!
En dat zeg jij, riep de kameel, och kom
Wie draagt er nou een lul in zijn gezicht!