Schept uit een wolk een sok
van God. Hij ziet de zon
als grote ploert, de maan als stuk
meloen en tijd als zee van zand
waarin hij zelf ontregeld strandt.

De dichter is ook wel een koe
loeiend van gezwollen vragen,
grazend in gevoelig gras
maar in zijn hart wou hij nog steeds
dat hij twee hondjes was.

Talend naar clichés in spe
speelt hij zoetjes in zijn eigen
hutje of hermetische paleis.
Zijn rede geeft de zekerheid
te schrijven voor de eeuwigheid.

In die staat van veel genade
legt hij daags een inktvers vers,
soms ongerijmd, soms rijm erin.
En zo vermaakt hij zich en ons
en spelt gewoon zijn eigen zin –

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Pleiade 1




SONNET  Albert Verwey revisited 

Ik ben gestemd om een sonnet te maken
Teêr-blauw als mij Japanse verzen lijken

Ik ben gestemd om je heel diep te raken
Kumiko, passie wil ik laten blijken

Kun jij, o seksbom, een sonnet wel smaken
Of geef je slechts om lichtere praktijken?

Sonnetten zijn niet in een wip te maken
Wat ben je mooi, je zwarte haren prijken

Op dat verleidelijke zijden laken
Teêr-blauw als mij jouw ogen nu bekijken

Je lippen lonken als een kersrood baken
Ik wil naar jouw Japanse verte wijken

En moet mijn dichtersgeest alweer verzaken:
Sonnetten zouden kittelverzen lijken


*) Eerste twee regels uit: Sonnet, aan Frederik van Eeden; Albert Verwey