Wat jammer, oud en nieuw is weer voorbij.
Romeinse kaarsen, rotjes, ratelbanden,
Chinese rollen, afgerukte handen:
ze brachten leven in de brouwerij.
Gelukkig startte het festijn erg vroeg.
Gelukkig startte het festijn erg vroeg.
Begin september hoorde je hier al
de eerste dreun, zo’n moordend helse knal.
Van zulke bommen krijg je nooit genoeg!
Ach, enkel watjes hielden hun hart vast
Ach, enkel watjes hielden hun hart vast
bij onze jaarwisselingskanonnade;
zij vreesden vuurwerkleed plus tonnen schade
en urmden over grove overlast.
Maar al die schade is toch doodnormaal?
Maar al die schade is toch doodnormaal?
De nieuwjaarsviering wordt dus niet vergald:
er mag gesloopt verminkt gemold geknald
want dát maakt de beleving zo totaal!
(Uit: Heerhugowardse gedichten)
(Uit: Heerhugowardse gedichten)