Ik ben godin in ’t diepst van mijn gedachten
en net als Brahman zit ik zonder meid.
Truus schittert heel vaak door afwezigheid,
toch blijf ik hier in kalme glorie wachten.

Zelf kuis ik nooit. Mijn huis is dus niet schoon.
Een ander zal dat na één blik beamen:
je ziet er stof en plakvingers op ramen
en deuren. Tsja, maar ik zit steeds ten troon.

Nee, schoonmaak is geen werk voor een godin.
Het soppen maakt die hoge staat te schande.
Godinnen hebben nooit vereelte handen.
Ik ga me niet verlagen tot slavin.

Ik heet Marie-Louise, echt geen Truus,
mijn hoge staat vormt reden, geen excuus –

(Met dank aan Kloos & Dèr Mouw)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Traptechniek

Twee sonnetten met dezelfde titel

Hij was op ’t voetbalveld een waar talent
Tweebenig, buiten even goed als binnen
Hij bouwde zich een naam op, werd bekend
Want hij wist met zijn ploeg meestal te winnen

Hij speelde in de voorhoede als spits
En na een doelpunt liet hij zich vereren
Hij was de bink, hij maakte weer de blits
En bracht zijn aanhangers in hoger sferen

Maar hij was hard, een wilde woesteling
Geen tegenstander die hem wist te stoppen
Hij trapte zich door de verdediging
Door elke back onder het gras te schoppen

Geen knie, geen enkel bleef gespaard
Zijn traptechniek was ongeëvenaard
*

Hij was een hooggeleerde in zijn vak
Hij kende van zijn vak alle geheimen
En waar men met waardering over sprak:
Zijn kundigheid in spijkeren en lijmen

Hij was precies met voor-en achterhout
En werkte zeer secuur aan alle nesten
Slechts uiterst zelden maakte hij een fout
En was in elk geval één van de besten

Een spiltrap of een rechte steek met draai
Zelfs met bordes, een traphek of baluster
Ja, al zijn trappen oogden even fraai
Hij stond in aanzien hoog, hij was illuster

Hij was zijn geld als trappenmaker waard
Zijn traptechniek was ongeëvenaard