ClipArtKey
Een snoeshaan veinsde: “ik ben geen janhen”
en bauwde stug: “ik kraai omdat ik ben”.
Met scherpe snavel voelde hij zich sterk,
onkwetsbaar zelfs bij ‘t haan-de-voorstewerk.
Zijn kippen tokten: “doe niet zo gewichtig,
er heerst een ziekte hier, dus doe voorzichtig!”
Door hun bemoeiing werd hij kukelkwaad
en schimpte: “fake! da’s domme krielkippraat!”
Ocharm, de hoge kraaier werd wél ziek
en moest op slag naar de Poehaankliniek.
Zo bleek maar weer: de hoogmoed komt ten val,
ook in het aardse pluimveetranendal –
en bauwde stug: “ik kraai omdat ik ben”.
Met scherpe snavel voelde hij zich sterk,
onkwetsbaar zelfs bij ‘t haan-de-voorstewerk.
Zijn kippen tokten: “doe niet zo gewichtig,
er heerst een ziekte hier, dus doe voorzichtig!”
Door hun bemoeiing werd hij kukelkwaad
en schimpte: “fake! da’s domme krielkippraat!”
Ocharm, de hoge kraaier werd wél ziek
en moest op slag naar de Poehaankliniek.
Zo bleek maar weer: de hoogmoed komt ten val,
ook in het aardse pluimveetranendal –