Er was eens een rijmende Zwitser Die sprak steeds maar bitser en bitser Van verskundig belang Nou hij gaat maar zijn gang Maar ik vind een limerick blitser
Een fietspad waar je ongestoord kunt zingen Niet bang zijn dat je nagekeken wordt 't Staat keurig aangegeven met een bord Je hoeft je zanglust hier niet te bedwingen
Dat wil ik wel een keertje uitproberen Voorzichtig neurie ik wat voor me uit Waarna ik, opgaand in mijn stemgeluid Al fietsend luidkeels zit te kwinkeleren
Dan klinkt een harmonie van mannenstemmen Daar komt een stoet aan, minstens vier man breed De borst vooruit, in stemmig zwart gekleed Geschrokken knijp ik stevig in de remmen
Ik kom van rechts, maar laat ze toch maar voor Je wint het als solist niet van een koor