Toen zij ontsnapte aan ooms spruitjeslucht
Het rooms gekwezel en het vroom fatsoen
Werd haar gefnuikte geest bevrijd door Moenen
 
Het bleef niet bij een aarzelende zoen
Zij liet zich met plezier door hem ontgroenen
Haar leven werd een vreugdevolle roes
 
Maar door een wagenspel met vrome oenen
Sloeg zij toen voor het Waaggebouw tot moes
Zij kon niet mee in Satans hoge vlucht
 
Dus zondigt u, heb niet te snel berouw:
Zij was pas na haar spijt gevallen vrouw
 
(Uit: 2000 jaren Nijmegenaren, Intermedi-Art, Nijmegen 2005)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Dag Driek

driekstrikkl

Hier in jouw stad, aan tafel in 't café
Had Magere Hein zich echt geen raad geweten
We hadden hem de Sleutel uitgesmeten
Hij kreeg je om de dooie dood niet mee
 
En was de deur dan stevig dichtgedaan
Had jij weer op het leven kunnen klinken
Nog eentje om de pieren te verdrinken
Zoals het al die keren was gegaan
 
Wat moest je nou toch ook in Isfahan
Jij had dat van die tuinman moeten weten
En dat de dood dat vers niet was vergeten
En hij je spoorslags achterna zou kunnen gaan
 
Nu blijven wij hier achter als publiek
Dat jij zo kon ontroeren en vermaken
En ik wist niet dat dit me zó zou raken
Want dat je weg bent, dat doet pijn hoor, Driek.