Heinz’ moeder Lili, geboren in Zwitserland en in dat land later in het huwelijk getreden, was als kind natuurlijk opgevoed in de strijdvaardige socialistische idealen van haar ouders en, in de daarna volgende christelijke ommekeer, in de opvattingen van haar moeder, die grotendeels voor haar opvoeding verantwoordelijk was: vader was constant op reis om Grootse Dingen te doen.
Wat voor invloed de opvoeding door twee zulke markante persoonlijkheden had kunnen we alleen maar raden, maar er bestaat een foto van Lili op 20-jarige leeftijd waarin ze betrokken blijkt bij een staking in de textielindustrie in 1907, die ook gesteund werd door de gereformeerde Anti-Revolutionaire Partij.
Op deze foto kijkt ze ons aan met de ironisch-observerende blik waarin we met een schok de latere Drs. P herkennen:
Ook zij gaf later blijk van een gedreven christelijke geëxalteerdheid, die waarschijnlijk medeverantwoordelijk is voor het ontstaan van het lied ‘Knolraap en lof, schorseneren en prei’.
In december 1911 trouwt ze in Bern met de tot Zwitser genaturaliseerde, uit Graz afkomstige Oostenrijker Dr. Herman Polzer, die óók al een opmerkelijk man was en woonde de jaren daarna in Thun.
Ze bleef actief, hield lezingen in Nederland over Graz en Stiermark, schreef erover in bladen en zamelde gelden in voor studenten en, na een ramp, voor de nooddruftige getroffenen.
Hoe die afkomst uit Graz van Heinz’ vader alles te maken heeft met de in ons land alom aanwezige reformwinkels en het feit dat u volkorenbrood eet, zal nu ter sprake komen.
Hoewel Heinz in interviews zei hem zich nauwelijks te herinneren, daar zijn ouders scheidden toen hij drie jaar oud was, bleef er contact, de verdeelde kinderen logeerden over en weer; hij heeft hij zijn vader voor het laatst ontmoet in Potsdam, halverwege de jaren dertig. Die ontmoeting was niet hartelijk en alles wat hij erover kwijt wilde was dat zijn vader een vreemdeling voor hem was geworden en mede wegens zijn nazi-sympathieën verbrak hij het contact.
Dat hij de ideeën van zijn vader inderdaad niet deelde blijkt wel uit dit werk, waarin gepleit wordt voor veel gymnastiek, de gezonde werking van vruchtensappen en de gevaren van alcohol:
Hij overleed in Berlin-Nikolassee op 30 november 1945.
Zijn proefschrift over een middeleeuws handschrift (Priester Arnolds Gedicht von der Siebenzahl,( Ausgabe Schreibung, Reime, Bern. Verlag von A. Francke. 1913) is bewaard en vermeldt als auteur Dr. Herman Polzer-van Kol.
Dat een man in die tijd de naam van zijn vrouw toevoegde aan de zijne mag zeer opmerkelijk genoemd worden.
In zijn proefschrift merkt hij over de schrijver van dit bestudeerde middeleeuwse gedicht op:
“V o r b e m e r k u n g. Aus der Reimtafel ersehen wir, dass der Dichter der Sz. ungewöhnlich rein reimt, dass gewisse in der ersten Hälfte des 12. Jahrhunderts gebräuchliche Unreinheiten von ihm ganz oder fast ganz gemieden werden”.
Ach, hij had zijn zoon eens aan het werk moeten zien.
Al jong was Herman Polzer, dankzij zijn vader, betrokken bij de aan de anthroposofen en (dus) nazi’s gelieerde Reformbeweging, die zich inzette voor biodynamische landbouw, gebaseerd op anthroposofische, esoterische en occulte ideeën die niet áánsloten op de Blut und Boden-theorieën van de nazi’s, maar eraan ten grondslag lagen.
Hij schreef hierover vele artikelen voor Leib und Leben, het blad van de Deutsche Gesellschaft für Lebensreform, waarin ook de racistische en antisemitische ideeën van Rudolf Steiner ruim aan hun trekken kwamen.
Ook hier weer dat gedreven idealisme, gepaard aan een scherpe pen.
Ondanks de bewering van huidige, nog steeds volkorenbroodetende en melkweigerende biologisch-dynamische reformaanhangers, dat de beweging in 1930 door de nazi’s verboden werd, bleef die, immers al jaren nationaal-socialistisch zijnde vóór de machtsovername door Hitler, als onafhankelijke organisatie bestaan, evenals het blad, wat dit onderstaande, uiterst zeldzame nummer bewijst.
In 1941 werd Herman Polzer leider van de beweging en bleef dat tot het einde.
Dat de beweging en dit blad bleven bestaan tot maart 1943, terwijl de strijd tussen de verschillende occulte en esoterische stromingen die woedde binnen het nationaal-socialisme (SD en Gestapo stonden wantrouwend tegenover antroposofen en vrijmetselaars) gewonnen werd door de mede aan de Artamanen ontsproten groep, gesteund door de SS van Himmler, kwam omdat hij ook dááraan gelieerd was* via zijn vader, wiens leven hij praktisch kopieerde: vader en zoon studeerden beiden filologie en werden beiden Gymnasiallehrer, allebei hun vrije tijd spenderend aan het schrijven voor obscure blaadjes met geschifte denkbeelden.
(Wordt vervolgd)
* “ Cross-overs: In the later 1920s, for example, several biodynamic practitioners were active in the Artamanen, a 'blood and soil' group which counted both Himmler and Darré as members. According to the Nazi 'Lebensreform' official Herman Polzer, whose own involvement in biodynamic circles dated to 1927, the Artamanen practiced biodynamic cultivation in the late 1920s. (Herman Polzer, "Ein bäuerliches Kulturideal: Zur Jahrestagung für biologisch-dynamische Wirtschaftsweise in Bad Saarow," Leib und Leben, February 1939, 29-31) Polzer emphasized the mutually supportive relationship between biodynamic promoters and Nazi activists before 1933. His colleague Fritz Hugo Hoffmann, another Nazi proponent of biodynamic agriculture, had been a leader of the Artamanen. “ (Uit The Occult Roots of Nazism, Nicholas Goodrick –Clarke (De betrokkenheid van Herman Polzer dateert overigens al van ver voor 1927 JvdB).