Hij bood me hoofs een fijn sigaartje aan
Verpakt in netjes glimmend cellofaan
Natuurlijk werd dat ding toen opgestoken

(Nadat het van het bandje was ontdaan)
Hij leek zacht smeulend amper te vergaan
Het leek of je voor eeuwig door kon roken

De zon bewoog niet, vaag scheen ook de maan
We zwegen om elkaar goed te verstaan
De tijd voor weer een trek was aangebroken

Ik tastte naar de asbak naast mijn glas
Maar alles wat er restte was slechts as

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Hommel

hommel2
Pexels 
 
Zij is haar eigen vrachtvliegtuig van lucht
om vaart te krijgen in het visioen,
dat haar voortdurend vergezelt. Haar vlucht
is barstensvol gewicht om het seizoen
dat telt te innen. Geef het haar te doen:
een vacht te torsen, of ze onder tucht 
voor vroeger naakt de last draagt van fatsoen.
Een wonder, dat zij naar de winter zucht?
 
Zij is de laatste telg, zoals zij vliegt
als een verdreven keizerin gekleed,
van een onwerelds tijdperk al op slot
waar niemand de finesses meer van weet,
de rechtstreekse beschermeling van God
die in zijn hand zijn trouwe hommel wiegt. 
 
 
Uit Koos Geerds: Insekten gedichten (De Arbeiderspers, 1994)
We feliciteren Koos Geerds die vandaag jarig is!  
We danken hem voor de toestemming dit gedicht hier te mogen plaatsen.