Rondom mij hangt de geur van vreemde kruiden
Vol weemoed denk ik weer aan hoe het was: 
De wereld scheen vol lichtere geluiden
En een soldaat sliep op zijn overjas

De wereld scheen vol lichtere geluiden
De zon glom op mijn helm en mijn kuras
We trokken zingend naar het verre zuiden
Met dreunende en eensgezinde pas

We trokken zingend naar het verre zuiden
Ik peins nu, rillend in het natte gras:
‘De wereld scheen vol lichtere geluiden
En een soldaat sliep op zijn overjas’

Een kogel fluit, ik druk mij in de grond
Wie reist ziet veel, maar het is niet gezond



(‘De wereld scheen vol lichtere geluiden

En een soldaat sliep op zijn overjas’ uit:
De laatste brief, Bertus Aafjes)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Wilhelmus



Geen les over het slavernijverleden
Of hoe men hier de mof ter wille was
Dat hoort natuurlijk ook niet in de klas
Of wat we in 'Ons Indië' misdeden

Wel zingt straks ieder kind uit volle borst;
'Van Duitschen bloed', voor Vaderland en Vorst!