Jaap van den Born is ook de kelder maar eens ingedoken en vond daar maar liefst twee balladen, verzonden aan Drs. P voor zijn verjaardag: één voor zijn achtenzestigste verjaardag en één met dezelfde rijmwoorden (jawel: dat heet een bout rimé, zie bij versvormen) voor zijn tachtigste.
Als je dacht dat hij dat deed uit tijdsbesparing moet je het maar eens proberen.
Hij heeft het Drs. P niet verteld en die heeft niets gemerkt en dat heet een binnenpretje.

Hier zijn ze: 


1987

U hoort het goed, er is vandaag een feest
Want P verjaart – was u dat soms ontschoten? –
Wiens poëzie zelfs kreupelen geneest
Als dichter Koning, Grootste van de Groten
Een stroom van hechtberijmde anecdoten
 - En alles zonder plakselpot of schaar –
Is aan zijn immer werkzaam brein ontsproten
En dat nu al weer achtenzestig jaar


Er zijn er ook, die zien hem als tempeest
Een kort citaat van deze idioten:
‘Hij is destijts als ekonoom gusjeest
Zijn spelling dient hartnekkug uitguflotun
Hij sgrijft nog ‘quoten’, maar we zeggen  ‘kwotun’
Hij is hotèn, hij is een antikwaar’
Bekwaam bestreed hij deze spelmalloten
En dat nu al weer achtenzestig jaar 


Dit meesterbrein is Leraar van de Geest
Bestrijder van de vijftigerzeloten
Dat hij, zelfs nu hij al drie jaren dreest
Nog onvermoeibaar reist van Gent naar Sloten
Om daar het volk te heffen uit de goten
Ontlokt aan ons een huldigend misbaar
Hij pleegt zijn zendingsarbeid onverdroten
En dat nu al weer achtenzestig jaar 


P! Rins en fruitig naast uw jaargenoten
Nog steeds actief in zaal en op trottoir
Wij roepen uit, terwijl wij ’t hoofd ontbloten:
‘En dát nu al weer achtenzestig jaar!’ 


1999 

Heel Holland juicht en iedereen viert feest
En niemand die de reden is ontschoten
Het is of heel de natie plots geneest:
Gejubel klinkt uit kleinen en uit groten
Men grolt en grapt en bezigt anecdoten
In ABN! Aan heel de kinderschaar
Zijn prenten, dans en liederen ontsproten
Want Doctorandus P is tachtig jaar! 


Nu eindigt ook het tusse-n-tempeest
Dat zwakbegaafd idee van idioten:
Wie zo nog spelt is voortaan zwaar gesjeest
En wordt door heel de natie uitgefloten
Men zegt niet meer: ’Mag ik u even kwoten?’
Brengt Paardekoper naar de antiquaar
Alom verhangen zich de spelmalloten
Want Doctorandus P is tachtig jaar!


Er heerst een blijde, opgeruimde geest
De macht is aan de Drandus P-zeloten
Of men nu kleuter is of jaren dreest
Men spelt correct, van Schin op Geul tot Sloten
Ja, er wordt wijn in plaats van bloed vergoten
In stad en streek klinkt feestelijk misbaar
De Spelling Bloedraad ijvert onverdroten
Want Doctorandus P is tachtig jaar!


P! Rins en fruitig naast uw jaargenoten
- Al staat u vaker stil op het trottoir –
Wij nijgen ’t hoofd, terwijl wij het ontbloten:
Want Doctorandus P is tachtig jaar!

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Een van ons kan het niet mis hebben



Ik stak een groene kaars aan
Zo werd jij, dacht ik, jaloers
Maar dat trok enkel tientallen muggen
Die zetten toen razendsnel koers
Toen nam ik het stof
van mijn slaaploze nacht
En verborg het in jouw kleine schoen
En ik martelde woest toen jouw doorkijkbloes
Die je droeg voor het volk met fatsoen

Ik toonde mijn hart aan de dokter
Die zei: ‘Stop daarmee of ga dood’
Toen schreef hij zichzelf een recept voor
Met jouw naam daarin, levensgroot
Toen vertrok hij lijkbleek naar de bibliotheek
Waar hij las over mij en mijn bruid
En de zuster die zegt: ‘Zijn praktijk gaat erg slecht
En hijzelf gaat ook snel achteruit’

Je werd door een guru aanbeden
Ik studeerde een nacht in zijn school
Hij leerde de plicht van de minnaar:
Gulden Regels zijn slechts een symbool
En na zeer korte duur wist ik, ‘Dit is pas puur’
Toen verzoop hij zichzelf in een plas
Zijn lichaam vergaan, zie ik hier op de laan
Zijn kwijlende geest en grimas

Een eskimo liet me een film zien
Die hij net nog van jou had gemaakt
De stakker stond hevig te rillen
Hij was blauw van de kou en spiernaakt
Hij bevroor want je kleed ging er plotsklaps vandoor
Door de wind en hij werd als een worm
Jij staat in je paleis, in je blizzard van ijs:
Laat me binnen, ik snak naar de storm

11 november 2016, 15.00 -15.45 uur


In de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw, en een gedeelte van deze eeuw,  fietste ik dagelijks dronken naar huis, 'One of us can not be wrong' zingend van Leonard Cohen Ik fiets dan langzaam en heb een weemoedige dronk (Als ik uit de stad kwam, werd dit nog gevolgd door 'Story of Isaäc'. Beide liederen waren dan net genoeg om bij het slot precies bij mijn voordeur te belanden).
Mijn eerste opweling na het horen van het overlijden van de oude charmeur was,  in dankbare herinnering aan hem en een lang drankzuchtig verleden, dit lied te vertalen.
Voor het origineel klik hier. 
Ik ben bang dat ik met het laatste gedeelte wel brave burgers uit hun slaap gewekt heb, maar die moesten tegen de tijd dat ik huiswaarts keerde tóch naar hun werk.