nu hij daar met dat smalle smoeltje ligt
vergeet ik haast dat dom en wreed gezicht
die handen ooit zo hard gebald tot vuisten
zijn zonder kracht en week als babyknuisten
een leven vol van drank en veel tabak
om moeder zwijg ik verder, vuile zak
dat straft hem nu met ademnood en pijn
gevoel van wraak zou daarom zinloos zijn
ook hij heeft recht op zorg, die geef ik hem
zo kom ik elke dag en breng de krant
ik neem vanuit mijn werk direct de tram
vandaag een extra gift, 't is hem gegund
omdat hij zestig wordt, een peuk en drank
hier, pa, weet dat je er in stikken kunt