je volgevreten lijf hangt in een stoel
een luid geronk komt uit je open smoel
je weeë lucht van zweet walmt om je heen
en blauwe kabels lopen op je been

maar goed, je houdt nu even toch je bek
en staakt voor dit moment je dom gekwek
je loze praat verstomt misschien een uur
dan word je wakker, barst weer los vol vuur

ach, allen zijn we ook maar wie we zijn
ik ben voor jou toch ook geen echte heer
en niets krijgt mijn gevoel van liefde klein

dus rust je eenmaal op je laatste stek
dan leg ik zorgzaam bloemen bij je neer
wel gauw graag, anders word ik stapelgek

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Stadsdichterswedstrijd

De negende editie van de Stadsdichterswedstrijd in Lelystad afgelopen zaterdag (hier een uitgebreid verslag) leverde een bekende tweedeprijswinnaar op: onze eigen vaste In-Memoriamdichter Hans Manders, met een ode aan Nijmegen. Van harte proficiat!




Ode aan mijn studentenstad
 
Nu alle drie mijn kinderen er wonen
Op kamers ginds in mijn studentenstad
Herleeft de mooie tijd die ik er had
En wil ik haar mijn liefde nogmaals tonen.
 
O Nijmegen, ik wil jou graag bekronen.
Al werd dan de relatie ook een LAT
Toch wil ik jou hier laten weten dat
Ik nooit een stad zag die jou kon onttronen.
 
Ik woonde vier jaar lang in Brakkestein
En daarna nog eens vier jaar op drie plekken
Maar zelfs in Dukenburg had ik het fijn.
 
Wat ik toen in die jaren mocht ontdekken
Bleek later steeds een rijke bron te zijn. 
Ik zal nooit echt uit Nijmegen vertrekken.