de maan ontvangt haar licht van´t ijs terug
de einder lokt, ik schaats hem tegemoet
gedragen door de wind, zoals het moet
gedroomde vleugels heb ik op mijn rug

het licht van dorp en stad is ver van mij
meer levensteken is er niet dan dat
en nooit was ik in eenzaamheid zo blij
ik weet niet meer van 't peilloos diepe gat

dan schuiven wolken donker voor de maan
en slaan een wak, mijn euforie gaat uit
ik weet niet meer hoe verder nu te gaan

volstrekte wanhoop, vreugde zonder grief
onscheidbaar koppel, polen noord en zuid
ik ben nu eenmaal manisch-depressief
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

eenacter 3

*

“Hier dan: een opblaaspop.
”(wringt zich een ongeluk)
“Zie hoe mijn arm er
geheel in verdwijnt. 

Ach meneer, zelfs op uw
zevenentachtigste
krijgt u hem hiermee”
(oog dicht) “overeind!” 

*

 (handen afwerend nu)
“Schaamt u zich niet meneer
laat die excuses!”
(strijktwuft door zijn haar) 

“Zijn we niet allebei
Adamgelijkenden?
Heren met lusten zo
onder elkaar?” 



“Goed dan, een zweepje soms?”
(grijnst) “Krokodillenleer!
Voelt u wat voor een
vibrator of zo?” 

(pakt een pakketje) “Een
schaamvochtbestendige
set batterijen krijgt
u dan cadeau.” 

(wordt vervolgd)