wie was die jongen in die zwarte jas
die houtje touwtje jas met capuchon
hij wist toch dat zijn leven pas begon
of dacht hij dat er niemand voor hem was
 
nog honderdvijftig meter tot de klap
te laat al voor een plotselinge stop
nog honderd, jongen, kijk toch naar de zon
mijn wanhoop maakte geest en lichaam slap
 
ik haatte even diep mijn mooie job
maar sloeg dan voluit op de juiste knop
het klonk alsof ons laatste uurtje sloeg
 
al jaren zit ik niet meer op de trein
maar diep genesteld is dit in mijn brein
hem eenmaal weer te zien is mij genoeg
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Oudoom Blob

 


Ik zocht laatst op een zondag al mijn fotoalbums op
En vond zowaar een foto van mijn liefste oudoom Blob
Oom Blob die was getrokken uit de zware Friese klei
Zijn uiterlijk dat paste daar verwonderlijk goed bij.

Met schoenen maatje ‘roeiboot’ en zijn uitspraak nogal plat
Het liefst verblijvend mét zijn varkens in het modderbad
Helaas was zijn relatie met de buurt ietwat bekoeld
Want, zeiden zij, het modderbad is niet voor Blob bedoeld

Een grote kale kop maar met een petje op zijn kruin
Marcherend in een houding die werd aangeduid als ‘schuin ‘
Dat had dan uiteraard een wat voorspelbaar resultaat
zijn tochten kwamen steevast uit in een publieke straat

Zijn broek te kort en op zijn billen dansten zijn bretels
Want zo was Blob ook nog een keer, heel onverwacht rebels

(Dit gedicht  is een bout-rimé  op het gedicht 'De Blob' dat je vindt bij 'co-producties')