Kweek, zevenblad en woekerkruid
- Mijn tuin te krap voor hun bestaan -
Zijn op het oorlogspad gegaan.
Het buurvolk harkt en wiedt en spuit.
Ze lachen al die zwoegers uit.
Ze huppelen door die nette laan
Waar mensen met een vette baan
Tevreden wonen op een kluit.
Ze springen rond door buurmans hof.
Joechei, joechei, ’t is in de mei!
Geharkte aarde, dát wil groeien.
De buren, in hun oudste klof
Hebben geen dag meer onkruidvrij
Terwijl die plantjes heerlijk stoeien.