Mijn moeder bracht me net een kopje thee
Ze had er een biskwietje bijgedaan
Ik was verrast

Op zondag in de chambre séparée
Jawel; maar waarom werd ik nu spontaan
Hierop vergast?

De orde van de dingen was verstoord
Dat maakte mijn op rust gestelde brein
Wat van de wijs

Maar mijn protest werd in de kiem gesmoord:
‘Het is een feestdag en tractaties zijn
Hierbij een eis’

‘Wat is er feestelijk aan deze dag?’
Vroeg ik na een langdurig diep gepeins
'O lieve moe?'

‘Hier is een hint’, zo riep ze met een lach
En kneep toen met een vreemde scheve grijns
Haar ogen toe

Met vlakke hand sloeg ik mij voor mijn kop
Want deze hint begreep ik zeer terstond
En zei: ‘Ach, ja’

Ik at dus mijn biskwie met graagte op
En sprak, al had ik wel een droge mond:
‘Hiep hiep hoera’

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Dommelsch

Niets mooiers dan de zolders van de geest.
Je komt er lang vergeten beelden tegen.
Soms hebben ze er jarenlang gelegen.
Toch zijn ze nog zoals ze zijn geweest.

Ze klinken en ze geuren, ze bewegen.
Mijn eerste lief kwam door de tijd geracet,
het hoekje bij de kerk waar ik bedeesd
mijn meisje aan het zoenen heb gekregen.

Toen kwamen heden en verleden samen.
Ik zag ons hoekje in een bierreclame
En niet één keer, zoals je eerst nog hoopt.

Dat spotje deed het oude beeld snel slinken.
Nu denk ik bij die zoen alleen aan drinken.
Zo wordt een jeugdherinnering gesloopt.


 

Dit gedicht was bij de beste 8 van de autobiografische sonnettenwedstrijd.