Ondanks onbegrip



Ze was mij vreemd, maar welbeschouwd
Meteen al eigen en vertrouwd
Als Zomergast
Ze klonk niet droog of cerebraal
Haar leerstof vormde met haar taal
Een groot contrast

Wiskundig ben ik nooit geweest:
Te talig, teveel alfa-geest…
Het deerde niet
In mijn oog nergens wankelend
Besprak zij fris en sprankelend
Haar vakgebied

Aanstekelijk zoals zij sprak
Haar passie voel ik op dat vlak
Volkomen aan
Daar is geen woord Swahili bij
Al is de halve strekking mij
Zowat ontgaan



(Voor de vorige Zomergastgedichten moet je even de link van Ko aanklikken onder aan de pagina)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Volkstuinder (Alexandrijn)



Hij was een nijver mens en was het liefste buiten
Hij had een groenteveld gelegen aan de plas
Hij teelde groene kool en witte kool en spruiten
En teelde ijsbergsla en meer van dat gewas

Maar laatst keek hij eens neer op zijn beplante perken
En dacht; het is niet goed, zo moet het niet meer gaan
Ik sta hier jarenlang aan rugkwalen te werken
Er komen, is mijn plan, hier vruchtbomen te staan

Hij ruimde al het groen en plantte pruimenbomen
En schoffelde de grond en hield zijn boomgaard nat
Hij wachtte op de oogst die er zat aan te komen
Hij had niet veel geduld en werd het wachten zat

Hij dacht ik heb gezien dat alles hier gedijt
Ik ga een eindje om. Tot in de pruimentijd