
WikiMediaCommons
RAM
Voor mij zijn schapewolkjes schapen.
Als ik ze tel kan ik niet slapen.
STIER
Een stier als sterrebeeld is doelloos.
De Melkweg is volkomen koeloos.
TWEELINGEN
Vermenigvuldiging en deling
zijn de twee moeders van een tweeling.
KREEFT
Ik maan de zon zo onbeleefd
dat hij een kop krijgt als een kreeft.
LEEUW
Wat weet een leeuw van leeuwemoed
wanneer geen dier hem ooit iets doet?
MAAGD
Door ram en stier en leeuw belaagd
blijf ik met grote moeite maagd.
WEEGSCHAAL
Aan lage landen hoog ontstegen:
ik kan niet tegen krentenwegen.
SCHORPIOEN
Dat ik een staart heb vol venijn
doet mij misschien het meeste pijn.
BOOGSCHUTTER
Open één oog om mee te richten.
Voor wat gij aanricht is het dichte.
STEENBOK
De Steenbokskeerkring is in feite
een snelverkeerkring voor steengeiten.
WATERMAN
Wat mij als waterman bezwaart:
een watervrouw heeft steeds een staart.
VISSEN
Welk net de nacht ons spant? Spreek zachter.
Daar vissen zelfs wij vissen achter.
Uit 'De tweede ronde', 1984, jaargang 5
Op 27 juni 1991 overleed Kees Stip. Zijn gedichten leven gelukkig voort.