De lange dagen van de zomerwende
de zoete nachten vol van maneschijn

De lange damesvinger die mij jende
de liefde was nog nooit zo puur en rein

De mooie ogen van de zo bekende
en zo beminde vrouw, mijn cherubijn

De liefde waaraan ik – een dromer – wende
bleek na een aantal weken puur venijn

Het was of blijheid uit mijn leven rende;
de zoete nachtegalenzang deed pijn

Ik voelde dode vlinders bij mijn lende
zoals gerechten vol van maden zijn

Ik had geloof gehecht aan een legende;
de ware liefde bleek slechts schone schijn

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

a propostie

Ik was laatst in een katholieke kerker
Ja echt, dit is geen lettergreep teveel
Daar zat, geketend aan elk lichaamsdeel
Een non-erecte priester in een erker
Hij mocht geen lidmaat meer misbruiken

Maar wie rammelt aan de luiken?